Farah krijgt een toekomst

12 staan in de mal. Eigenlijk best een leuk gezicht, al die dui- zenden stenen met dezelfde letters erin. Farah gaat snel aan het werk, want vijfhonderd stenenmaken is heel erg veel. Ze weet dat vader en moeder het geld echt nodig hebben. Laatst moest vader medicijnen kopen voor moeder.Toen hadden ze geen geld.Vader moest het van de baas lenen. Maar ja, dat moet je met rente terugbetalen. Sajida helpt moeder en Farah door geknede, soepele mod- der aan te dragen en Shabaz speelt met wat zand bij moeder in de buurt. De zon staat te branden. Er is hier helemaal geen schaduw. Dat kan natuurlijk ook niet, want de stenen moeten in de zon drogen.Voor de stenen is het wel fijn dat de zon zo heet is, bedenkt Farah. Ze denkt terug aan de te vroege regenbui aan het eind van de vorige droge periode. Alle stenen die de mensen gemaakt hadden en die nog buiten lagen, regenden nat en gingen kapot.Werk van dágen was voor niets geweest. Ze kregen die week geen geld. Farah weet nog hoe zeer haar maag toen deed van de honger. Farah moet een beetje lachen. Door het denken aan de regen van de vorige periode was ze de hitte even vergeten. Maar nu voelt ze dat haar jurk aan haar rug plakt van het zweet. En haar mond is erg droog.Wat zou ze nu graag een beetje water drinken.Toch werkt ze net zolang door als haar moeder. Ze kan niet zo snel werken als moeder, maar toch heeft ze een mooie lange rij stenen gemaakt als moeder zegt dat ze naar huis gaan. Farah is blij dat het stenen maken er voor vandaag op zit. ‘Gaan we eerst water halen?’ vraagt Sajida. ‘Ja, nemen jullie ieder een kleine emmer, dan neem ik de grote.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==