Farah krijgt een toekomst

10 Toen de witte mensen weggingen, is overgrootvader zijn eigen boerderij begonnen.Volgens vader was het fijn om daar te wonen en te werken. Maar toen hij nog jong was, moest er een weg aangelegd worden en werden ze daar weggejaagd. Nu moeten vader en moeder lange dagen stenen maken. Farah draait zich nog een keer om onder de oude wikkelrok van moeder, die ze gebruikt als laken. Sajida ligt nog naast haar te slapen. Maar algauw hoort Farah aan de geluidjes uit de nis waar vader en moeder slapen dat Shabaz wakker wordt. Hij is nog klein en slaapt bij moeder. Farah staat snel op. ‘Falah, Falah,’ roept hij wanneer hij zijn grote zus ziet. Hij steekt zijn armpjes naar haar uit. Farah geeft hem een dikke knuffel. De lap die hij vannacht om had, heeft hij nat geplast. Farah doet snel een droge lap om zijn billen. Shabaz zegt nog veel meer onverstaanbare woor- den en Farah geniet ervan. Sajida is nu ook wakker gewor- den van Shabaz’ geklets. Met z’n drieën gaan ze op de mat zitten om te eten. De chapati en chai die moeder voor hen onder een doek gezet heeft, is snel naar binnen gewerkt. Farah knoopt Shabaz met een doek op haar rug en dan gaan ze vader en moeder opzoeken. Ze weten wel waar ze werken. Aan de andere kant van het grote gebouw waar de stenen gebakken worden, is het grote veld. Daar liggen enorme rijen stenen te drogen voordat ze opgehaald worden om gebakken te worden. ‘Hallo mam,’ roept Sajida en ze rent naar moeder. Farah kan niet rennen met haar broertje op de rug, maar zij is ook al snel bij moeder. Een eindje verderop zijn de buren aan het werk. Als je rondkijkt, zie je overal families stenen maken. Farah heeft op een zondagavond wel eens geprobeerd alle

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==