Tegenwind voor Carlijn

12 Carlijn remt af en keert om. ‘Ik moet Mandy ophalen bij je moeder. Zij heeft vanmiddag weer opgepast.’ ‘Doe rustig aan!’ ‘Dan kom ik te laat!’ ‘Dat vindt ma niet erg.’ Paola zwaait even als Sam opstapt. ‘Ik kom er ook aan, wacht even,’ zegt ze tegen Carlijn. Even later fietsen ze samen door de polder naar het huis van Paola. Onderweg staat Paola’s mond niet stil over haar dag in de bakkerswinkel. Ze schiet bij voorbaat al in de lach als ze aan een verhaal begint. ‘Een oude man kocht een roomsoes. Hij had zijn hondje voor de deur vastgebonden. Dat beest dook opeens in de tas en scheurde de zak open.Toen leefde de soes niet lang meer.’ Carlijn wrijft over haar buik. Na de drukke middag heeft ze best honger. ‘Ik begrijp dat hondje wel. Die man was boos zeker?’ ‘Ja echt! Maar de hond likte rustig z’n snuit af. Het is super- leuk in de winkel,’ ratelt Paola verder. ‘Vanmiddag kwam er nog een leuke jongen.’ ‘Reed hij soms net weg?’ ‘Precies! Sam Monster is tof en ook sportief. Je kunt echt met hem lachen.’ Carlijn vindt het wel grappig dat Paola haar ongemerkt infor- matie geeft. ‘Hij zit op het vwo. In zijn vrije tijd repareert hij fietsen.’ ‘O, waar ergens?’ vraagt Carlijn. ‘Bij de fietsenmaker op het dorp.’ Paola kijkt haar opmerkzaam aan. ‘Waarom wil je dat weten?’ ‘Heb je vandaag nog meer meegemaakt?’ praat Carlijn erover- heen. ‘Ja, met een paar Japanners. Ze stonden wel een kwartier in de etalage te kijken en kochten uiteindelijk de goedkoopste koek- jes,’ vertelt Paola. ‘Ik blijf bij de bakker werken, hoor. Leuker dan bij de tandarts.’ ‘Dat is niet waar,’ reageert Carlijn. ‘Er komen allerlei mensen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==