Onder vuur

10 Als ze dichterbij komen, ontdekt Evert tussen de omstan- ders het lange blonde haar van zijn zusje.Toen hij vorig jaar bleef zitten, kwam hij bij de tweeling in de klas. Dat Gerrit hogere cijfers haalt dan hij, maakt Evert niet zoveel uit, maar dat hij nu ook bij Janna in de klas zit, noemt hij na het uitbre- ken van de oorlog de grootste ramp uit zijn leven. Al vindt hij de oorlog niet eens zo heel erg. Nu gebeurt er tenminste wat in het dorp. Anne-Co staat er ook bij. Ze staat met de rug naar hen toe. De witte haarstrik steekt fel af tegen haar donkere krullen. Ze zit nu al een paar jaar bij hen op school. Maar je kunt aan haar accent horen dat ze niet uit het dorp komt en geen van de meisjes draagt zulke mooie zijden kousen als zij. Janna zei laatst in de kersenbongerd dat hij zich uitslooft voor Anne-Co. Uit wraak had hij een handvol kersen fijn- geknepen en in haar haren gesmeerd. Moeder was kwaad geweest omdat ze Janna’s haarstrik niet meer schoon kreeg. ‘Ze zeggen dat de bus niet meer te repareren is,’ zegt Janna. ‘Daarom hebben de Duitsers hem naar het veer gesleept.’ ‘Jammer, dat had ik best willen zien,’ zegt Gerrit. ‘Dat heb je aan je broer te danken,’ zegt Janna. Haar stem klinkt kattig. Evert wil wat terug zeggen, maar Gerrit stoot hem aan. ‘Moet je die stakkers zien.’ Hij wijst naar een man en een vrouw die elk met een koffer in hun hand over de dijk sjok- ken. Hun gezichten zijn wit en ze kijken schichtig naar de mensen uit het dorp. ‘Een paar weken geleden hadden ze nog een grote mond,’ zegt Evert. ‘Moet je ze nu zien. Het loopt ze al aardig dun door de broek. Reken erop dat die landverraders straks hun verdiende loon krijgen.’ ‘Hé schijtlijsters!’ roept hij met zijn handen om zijn mond.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==