Rumoer in de brugklas

13 dat je op tijd op school komt en dat je er op tijd aan denkt dat je nog een boek moet kaften? Hij zucht. Zulke medicijnen schijnen echt te bestaan. Toen vorig jaar uit testen bleek dat hij ADHD heeft, is aan hem gevraagd of hij medicijnen wilde gaan gebruiken die de klachten verminderen. Maar dat wilde hij niet. ‘Taco!’ hoort hij ineens de stem van Hendriksen. Hij kijkt op. ‘Ik heb je naam al twee keer genoemd. Waar zit je met je gedachten?’ ‘O, nergens,’ mompelt hij. ‘Wil je verdergaan met lezen?’ Hij trekt het boek naar zich toe. ‘Waar zitten we?’ fluistert hij. Jelle wijst de regel aan. Taco begint met lezen. Over de Egyptenaren. O ja, ze had- den vrijdag voor de vakantie een repetitie gehad. Met een ruk komt hij overeind. ‘Hebt u de cijfers al?’ Er klinkt gelach in de klas. Hendriksen kijkt hem met gefronste wenkbrauwen aan. ‘Je was nu bezig met lezen. En ik zei aan het begin van de les al dat ik ze nog niet nagekeken heb. Ik ben een weekje wegge- weest en daarom is het er nog niet van gekomen.’ Nee, natuurlijk niet! Maar hij moet er in diezelfde vakantie wel aan denken om zijn boek te kaften. Het moet toch ook relaxed zijn om leraar te zijn. Heel de vakantie nergens aan hoeven denken, altijd te laat mogen komen. En dan klagen dat de werkdruk in het onderwijs zo hoog is.Voor de leerlingen, ja!