Gedoe in de zoo

best hulp gebruiken. Mijn vader heeft deze dierentuin opgebouwd en ik heb hem tien jaar geleden van hem overgenomen. Het is een klein park met vooral veel bijzondere vogels. Dat ismijn liefhebberij,maarwehebbenookminstens25 andere diersoorten: stokstaartjes, herten, dwergapen ... Vaakwordenerverwaarloosdedierennaarmij gebracht, die ik dan weer verzorg. Af en toe koop ik wel eens een dier of ik ruilmet eendierentuin. Omdat jullie eenhuisje opKleinGelukgehuurdhebben, mogen julliedezeweek gratis het park in.’ Hij pakt een sleutel uit zijn zak en geeft die aan vader. ‘Als jullie het leuk vinden, vertel ik later meer over het dierenpark. Jullie hebben nummer zes, dat is het laatste huisje. Als jullie vragen hebben, zoek me dan maar op. Ik ben meestal in de dierentuin.’ Dan draait hij zich om en loopt weg. ‘Ik kan me voorstellen dat hij van bijzondere vogels houdt,’ merkt Mees op. ‘Hoezo?’ Moeder kijkt Mees verbaasd aan. ‘Hij is zelf ook een vreemde vogel.’ Vader schudt zijn hoofd. ‘Dat valt best mee. Stap maar in, ik rijd de auto naar nummer zes.’ ‘Ik ga lopen.’ Terwijl de anderen in de auto naar huisje nummer zes rijden, kijkt Mees wat beter rond. Geen speeltoestellen, geen tafeltennistafel, geen zwembad ... Dit wordt een supersaaie week. Hopelijk logeert ineenvandeanderehuisjes een jongen van zijn leeftijd, dat kan het nog een beetje goedmaken. Voor huisje een zit een ouder echtpaar. Ze steken vrien- delijk hun hand op. Mees wappert even snel met zijn 9

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==