Pas op voor de taart

en dan naar iets voor het feest. ze gaan op zoek in het huis. en in de schuur. ja! jip heeft een ballon. en jep ook. de rest niet. dat is niet veel. ‘wat gaan we hier nou mee doen?’ vraagt jip. jop kijkt sip. ‘ik weet het niet. dat zei mam niet.’ joep telt. ‘het zijn er maar twee.’ ‘oom faas heeft er vast nog meer,’ zegt joop. ‘pak snel de fiets.’ 11

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==