Pas op voor de taart

boem boem boem. vijf broers op de trap. ‘pas op!’ roept mam. ‘ik til,’ zegt jip. ‘ik ben sterk.’ ‘nee,’ zegt mam. ‘de taart mag niet stuk.’ ‘de taart is voor heer hop,’ zegt pap. ‘heer hop?’ vraagt jep. ‘de baas van het dorp,’ zegt pap. ‘o ja,’ zegt jop. ‘het feest voor heer hop.’ ‘hoe oud is hij nu?’ vraagt jep. ‘heel oud,’ zegt jip. ‘dat zie ik wel.’ ‘fijn!’ roept joep. ‘feest!’ hij hupt en danst. ‘pas op de taart!’ zegt mam weer. ‘is heel de taart voor heer hop?’ vraagt joop. ‘nee,’ zegt mam. ‘voor heel het dorp.’ jip laat een lach zien. ‘dus ook voor mij,’ zegt hij. zijn hand gaat naar de taart. ‘nog niet,’ zegt pap. 8

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==