Dubbeldate

12 ‘Ja. Toen wist ik al dat het niets zou worden. O Fem, ik voel me af en toe zo stom ...’ Femke verschuift kwaad haar stoel. De poten krassen over de terras- tegels. ‘Hoe kom je erbij? Dat moet je nooit meer zeggen. Je bent niet stom, Mar. Jij bent gewoon goed in andere dingen dan leren. Ik heb me al vaker verwonderd hoe goed jij bent in koken en bakken. Jij kunt de lekkerste dingen maken. Denk eens aan vorig jaar toen we een ver- koping hadden op school voor het project waar we toen mee bezig waren. Van veel soorten bloemen had jij leuke bloemstukjes gemaakt. Ze vlogen weg. Jij bent creatief en dat doe ik je niet na. Zeg nog eens dat je stom bent ...’ Het doet Margaret goed dat haar vriendin het voor haar opneemt. Als haar ouders dat ook eens zo zagen. Dat zegt ze ook. ‘Ik hoop dat de ogen van je ouders nog eens opengaan. Ze kunnen trots op jou zijn. Iedereen heeft toch zijn eigen talenten? De een op dit vlak en de ander op dat.’ Margaret kijkt haar vriendin warm aan. Femke is een schat. Het is net alsof alles niet meer zo donker is als eerst. ‘We hebben voor Nederlands een opdracht die we met z’n tweeën moeten doen, weet je nog?’ vraagt Femke. En als Margaret knikt: ‘Daar gaan we samen keihard ons best voor doen, zodat we een heel goed cijfer halen. Oké?´ Het is een paar dagen later. Margaret ligt languit op haar bed. Haar handen heeft ze onder haar hoofd gevouwen en met brandende ogen kijkt ze naar het plafond. Het bonst bij haar slapen en ze weet dat er een flinke hoofdpijn aan zit te komen. Onwillekeurig ballen haar handen zich tot vuisten. Ze trekt ze onder haar hoofd vandaan. Ze zou met iets willen gooien, maakt niet uit wat. Al haar frustratie eruit gooien. Verdrietig gooit ze zich met een wilde beweging op haar andere zij. Waarom, o waarom is het haar verboden om te logeren bij Hanneke?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==