3
januari
Eniggeboren Zoon van God
Lezen: Johannes 3:1-16
In de geloofsbelijdenis van Nicéa wordt beleden Wie de
Heere Jezus Christus werkelijk is:
de eniggeboren Zoon van
God.
Zo noemt Hij Zichzelf ook in het gesprek met Nicodé-
mus: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn
eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in
Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe’
(Joh. 3:16).
Vooral in het Nieuwe Testament komt heel duidelijk naar
voren dat Jezus echt Gods Zoon is. In Lukas 3 wordt Adam
ook de zoon van God genoemd. Adam is de eerste mens.
Daarom spreekt de Bijbel over hem als zoon van God. Maar
Christus is de eeuwige Zoon van God. De gelovigen zijn wel
van eeuwigheid uitverkoren, maar worden pas bij hun beke-
ring uit genade tot kinderen van God aangenomen.
Christus is ook alleen de natuurlijke zoon van God. Dat
betekent dat de Heere Jezus van eeuwigheid, met de Vader
en de Heilige Geest, God is. Hij heeft deel aan de Goddelij-
ke natuur. Zoals ieder kind iets weg heeft van zijn of haar
vader, zo bezit Christus hetzelfde wezen als Zijn Vader. De
gelovigen zijn ook kinderen van God, maar ze zijn dat niet
van nature. Van nature zijn we allemaal kinderen van een
andere vader, de duivel. Door het geloof in Gods Zoon word
je een kind van God. Geloof jij in Gods Zoon?
Welke belijdenis sprak Petrus uit in Mattheüs 16:16?
Ken jij de Heere Jezus ook al zo?
Geloofsbelijdenis van Nicéa
