In het kort

d e e l 1 o t v e r t e l l i n g 4 Geluisterd naar de duivel EVA loopt in de tuin. Ineens begint een slang te praten tegen haar. Het is de duivel, die in de slang zit. ‘Mogen jullie niet van de bomen eten?’ vraagt hij. Eva zegt: ‘Alleen niet van die ene boom. Anders doen wij zonde tegen God en moeten wij sterven.’ Maar de duivel zegt: ‘God liegt. Eet maar gerust van die boom. Dan ben je net zo sterk en wijs als God.’ Wat gemeen van de duivel! Eva gelooft de duivel. Ze pakt een vrucht van de boom. En ze eet ervan. Vlug loopt ze naar Adam. ‘Toe Adam, eet ook maar. Dan zullen we net als God zijn.’ Adam eet ook. O, nu zijn ze allebei ongehoorzaam. Ze zijn nu geen kinderen van God meer. Ze hebben nu een boos, zondig hart. Ook alle kinderen die geboren zullen worden, zullen zondig zijn. Vreselijk! Vraag In welk dier zat de duivel?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==