In het kort

d e e l 1 o t v e r t e l l i n g 2 Wat de Heere nog meer maakte OP de vijfde dag zien we de sloten vol met spartelende visjes. En in de diepe zeeën zwemmen de heel grote vissen. Walvissen en dolfijnen. Kijk, de lucht is vol met vliegende vogels. Wat een prachtig kleed van veren hebben zij. Wat zingen zij mooi! Dan komt de zesde dag. Nu zorgt God dat ook de aarde vol is met duizenden dieren. IJverige mieren, grazende koeien. Olifanten en tijgers. Nu is de hele wereld vol met levende dieren. Maar dan maakt de Heere het mooiste van alles. Hij maakt een mens. Uit de aarde. Hij geeft hem ook een ziel. Nu kan hij God kennen en liefhebben. Nee, dat kunnen de dieren niet. God noemt hem Adam. Adammag de baas zijn over alles wat God geschapen heeft. De zevende dag. God is klaar met scheppen. O, wat is alles goed en mooi! Vraag Hoe heet de eerste mens?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==