Zomerzon en vreemde vrienden

12 me gebeld. Daar ben ik nog doof van.’ ‘Ik kan er geen genoeg van krijgen,’ vertelt Floortje verder. ‘Toen kwammijn vader met het idee om aan Gerard en Corné te vragen of ze aan boord wilden komen helpen. Zij hebben ook in ons huis aan wal geklust.’ Floortje begint te stralen. ‘Ineens was het of de zon opging over de laatste, saaie vakantieweken. De gedachte alleen al dat Gerard aan boord van de Zuidenwind zou komen.’ ‘Het zou zomaar een titel van een boek kunnen zijn,’ zegt Tessa. ‘Vier vrienden aan boord van een schip. Wie weet wat we met elkaar mee gaan maken.’ ‘Gerard was enthousiast. Hij zei gelijk ja.’ ‘En hij deelde het met iedereen, want hij zette het op Facebook,’ zegt Tessa, ‘met een smiley met blozende wangen erbij.’ ‘Dat heb ik gezien,’ giechelt Floortje. ‘En Corné was toch ook enthousiast?’ zegt Tessa. Floortje knikt. ‘Hij komt natuurlijk voor jou naar boord.’ ‘Voor mij?’ zegt Tessa verbaasd. ‘Zie je het voor je? Nee, voor Corné is er maar één meisje op de wereld.’ ‘Wie bedoel je?’ ‘Laat maar,’ zegt Tessa. ‘Maar het is wel aardig dat de jongens komen helpen.’ ‘Hij is aardig, knap en lief,’ zwijmelt Floortje. ‘Heb je het over Corné?’ Floortje schiet overeind. ‘Nee, ik heb het over Gerard natuurlijk.’ ‘Geintje,’ grapt Tessa. ‘Ik heb Gerard weken niet gezien,’ zucht Floortje. ‘Misschien is hij veranderd,’ zegt Tessa plagend. ‘Hij heeft vast zijn haar geverfd en een hanenkam.’ ‘Tes, stop. Zo is Gerard niet.’ ‘Met Gerard weet je het maar nooit.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==