Zomerzon en vreemde vrienden

11 overheerlijke frikadel voor één euro.’ ‘Dat is niet goed voor je,’ zegt Tessa wijs. ‘In die snackbar was ook een groepje leuke jongens.’ ‘Ik heb daar geen leuke jongens gezien,’ zegt Floortje plagend. Tessa legt haar hand op de arm van Floortje. ‘Nee, logisch. Jij denkt alleen maar aan Gerard. Morgenavond loop jij met hem over de kade in de haven. En bij het bankje met het uitzicht op de rivier, gaat hij je verkering vragen.’ ‘Bij ondergaande zon het liefst,’ denkt Floortje mee. ‘Dat klinkt wel heel romantisch.’ ‘Is Gerard romantisch?’ vraagt Tessa. ‘Weet ik niet zo goed, maar dat zou geweldig zijn,’ zegt Floortje zacht. ‘Morgen weet je het, Floortje,’ zegt Tessa vol overtuiging. Floortje houdt even haar adem in. Ze denkt terug aan het begin van vorige week. Vader vertelde dat hij een plan had. ‘Ik zie mijn vader nog voor me,’ denkt Floortje hardop terug. ‘We zaten in de stuurhut een boterham te eten. We maakten plannen om nog een dagje weg te gaan. We zouden op vakantie gaan, maar dat ging niet door omdat we onverwachts het huis aan wal in de Zuiderstraat hadden gekocht. Moet je je voorstellen: zes lange weken aan boord alleen met mijn ouders. Iets saaiers kon ik me niet voorstellen.’ Floortje zucht en vertelt verder: ‘Mijn vader moest de Zuidenwind voorzien van een nieuwe, glimmende verflaag. Dat is een hele klus ...’ ‘Alsof ik dat niet weet, Floor,’ valt Tessa haar in de rede en ze wijst naar de Oase. ‘Mijn vader had bedacht om iemand te vragen om te komen helpen. Onze matroos is ook op vakantie ...’ Tessa slaat haar hand voor haar mond en maakt een geeuwend geluid. ‘Dit heb je al honderd keer verteld, en geappt. En je hebt

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==