Zomerzon en vreemde vrienden

9 bos dat achter de strandjes ligt. ‘Meen je dat?’ zegt Floortje. ‘Je bent toch geen bejaarde?’ ‘Moet je daar bejaard voor zijn dan?’ ‘Wandelen in een bos is supersaai, alhoewel ...’ zegt Floortje bedachtzaam. ‘Ergens in het bos moet een oud, verlaten huis staan.’ ‘Dat klinkt heel spannend,’ zegt Tessa met een griezelige stem. ‘Ik wil dat oude huis wel eens zien. Die boswandeling is dus niet eens zo’n heel gek idee. Hoe weet jij trouwens dat er een verlaten huis in het bos staat?’ ‘Wij zijn hier vaker geweest,’ vertelt Floortje verder. Ze kijkt naar de oude steenfabriek die een stuk verderop staat. ‘Wij losten hier toen de steenfabriek nog open was.’ ‘Wij zijn hier nog nooit geweest,’ zegt Tessa. ‘Daarom vonden mijn ouders het zo leuk om hierheen te varen.’ ‘Hé,’ zegt Floortje. Er dringt een vage geur haar neus binnen. ‘Ruik jij dat ook?’ ‘Wat?’ zegt Tessa. Floortje snuift. ‘Ik ruik een vreemde geur. Het lijkt wel alsof er iemand staat te roken.’ Tessa slaat haar hand tegen haar mond. ‘Ik moet je iets bekennen, Floortje. Ik rook ...’ ‘Doe niet zo maf,’ zegt Floortje. ‘Ik ruik echt rook.’ Tessa gaat zitten en schuift haar zonnebril in haar blonde haar. ‘Jij denkt te veel aan Gerard. In gedachten is hij al bij je en heeft een sigaret opgestoken.’ ‘Gerard is voor de vakantie gestopt met roken,’ zegt Floortje. ‘Ja, ja, Gerard en stoppen met roken,’ zegt Tessa weifelend, ‘dat past echt niet bij elkaar.’ Floortje kijkt haar hartsvriendin verontwaardigd aan. ‘Als Gerard echt iets wil, gaat hij ervoor.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==