Fleur en Luuk en het ponygeheim

7 Hoofdstuk 1 Het is woensdagmiddag. Fleur en Luuk lopen door het bos naar hun boshut. Hun hondje Nora rent vrolijk om de bomen heen. Luuk loopt gebogen en heeft iets in zijn rechterhand. Het is maar een raar apparaat om te zien, vindt Fleur. Het lijkt wel een ijzeren wandelstok met een groot ronde magneet onderaan. ‘Heb je al iets ontdekt?’ vraagt Fleur. Luuk schudt zijn hoofd. ‘Ik weet zeker dat er in het bos veel verstopt zit in de grond.’ Luuk beweegt zijn detector net boven de grond heen en weer. ‘Je vindt alleen maar rommel, Luuk,’ zegt Fleur. Luuk kijkt schuin naar zijn zus. Ze heeft wel gelijk. Hij vindt alleen maar rommel: bierdopjes, verroeste spijkers ... Maar dat vindt hij juist leuk. ‘Op een dag vind ik echt iets belangrijks,’ zegt Luuk stellig. Fleur gaat op een omgevallen boomstam zitten en kijkt naar Luuk. Hij is zo druk bezig. Dan piept het apparaat. ‘Ik heb iets gevonden!’ roept Luuk. Fleur springt op. Ze knielt bij Luuk neer. Hij woelt met zijn hand door een laagje bruine dennennaalden. De detector blijft piepen ... Luuk ziet iets te voorschijn komen. ‘Kijk, vijftig cent.’ Alsof het een grote schat is, houdt hij het trots omhoog. ‘Pff, dat is toch niet veel geld,’ zegt Fleur. ‘Daar kun je bijna niets van kopen.’ Er komt een denkrimpel boven Luuks ogen. ‘Waar denk je aan, Luuk?’ vraagt Fleur. De denkrimpel boven zijn ogen wordt nog dieper.‘De juf heeft

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==