Iza en de gewonde pony

9 haar. Het staat alle kanten op. Boemhaar noemt papa dat. Als Tina dat zou zien ... ‘Ik krijg je nog wel,’ bromt Job. ‘Hup, weg, dan kan ik me aan- kleden.’ ‘Job is wakker,’ zegt Iza beneden. ‘Dat dacht ik al,’ zegt papa droog. ‘Ik ga nog even bij Muis kijken,’ zegt Iza na het eten. ‘Heb je je tanden gepoetst?’ vraagt mama. ‘Nog niet.’ ‘Dat moet je eerst doen,’ zegt mama. ‘Ik doe het straks wel,’ zegt Iza. Er komt een rimpel in het voorhoofd van mama. ‘Nu,’ zegt ze. ‘Goed dan.’ Iza rent naar boven. Snel poetst ze haar tanden. Vanavond doe ik het wel extra goed, denkt ze. ‘Waar is Plukkie?’ vraagt ze als ze weer beneden komt. Mama haalt haar schouders op. ‘Geen idee. Al naar buiten, denk ik. Laarzen aan naar de stal. Niet vergeten, hoor.’ Iza schiet haar laarzen en een oude jas aan. Door de bijkeuken gaat ze naar buiten. Het is nog fris en het waait een beetje. De wind ruikt naar zee en naar paarden, vindt Iza. Logisch, want ze woont op een manege. De manege ligt tegen de duinen aan. Ze staat even heel stil. In de verte hoort ze het ruisen van de zee. De staldeur knerst als ze die openduwt. ‘Goedemorgen lieverds,’ zegt ze. De paarden steken hun neuzen nieuwsgierig uit de box. Er klinkt gehinnik. Dat is Jumper, weet Iza. Tegenover de box van Jumper is de box van Muis. Muis is haar eigen pony. Nou ja, Muis is ook lespony, maar dat vindt Iza helemaal niet erg. Ze droomde al zo

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==