Mees en Tijn bij de brandweer

9 zitten er ook alweer in jouw groep?’ ‘Zesentwintig.Dusmet Eva erbij zevenentwin ... ooh!’ Opeens stoptMeesmet praten.Hij kijkt nietmeer blij. ‘Wat is er?’ vraagt mama. ‘Eigenlijk heb ik de plaat samen met Tijn gekleurd. Hij logeerde toen toch bij ons?’ Nu kijkt Mees heel verdrietig. ‘Hoe moet dat nu?’ ‘Dat komt vast wel goed.’ Mama geeft de brief weer terug aan Mees. ‘Als we dat uitleggen, mag hij beslist ook wel mee.’ ‘DanzeggenwegewoondatTijn jebroertje is,’ bedenkt Eva. Mamaschudthaarhoofd.‘NeeEva,wegaanniet liegen. We zullen het gewoon vragen. Ik weet wel bijna zeker dat Tijn mee mag.’ ‘En anders mag hij wel in mijn plaats,’ zegt Eva. ‘Ik vind het wel leuk, maar Tijn vindt het vast nog veel leuker.’ ‘Dat vind ik lief van je, Eva,’ zegt mama.‘Maar ik denk dat jullie allebei mee kunnen!’ ‘Mag ikTijn opbellen?’ Mees staat al te springen met de telefoon in zijn hand. ‘Ik zou even wachten,’ zegt mama. ‘We zullen het morgen eerst even met je juf bespreken, goed?’ ‘Ah, please?’ Mama denkt even na, dan knikt ze.‘Vooruit danmaar. Tijn mag vast en zeker wel mee.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==