Bijbelse verhalen voor kinderen - page 12

16
2
De zondeval
Genesis 3
E
VA KIJKT VERBAASD ROND.
Ze hoort
een onbekende stem. Wie praat er
tegen haar? Het is een slang! Nieuwsgie-
rig luistert Eva naar het dier.
‘Is het waar dat jullie niet mogen eten
van al de bomen die in deze hof staan?’
‘Nee. Dat is niet waar,’ zegt Eva. ‘God
heeft gezegd dat wij van alle bomen
in deze hof mogen eten. Maar van één
boom niet. Alleen de vruchten van de
boom die midden in de hof staat, mogen
wij niet aanraken of opeten. Als we dat
wel doen, zullen wij sterven.’
‘Dat klopt niet,’ zegt de slang. ‘Weet je
waarom God dat verboden heeft? Als je
van die boom eet, word je net als God.’
Eva staart naar de boom. Wat een prach-
tige vruchten hangen eraan. Net als God
worden? Dan zullen Adam en zij straks
evenveel weten als hun Maker, dan zul-
len ze net zo goed en machtig worden
als Hij.
Eva kijkt nog eens naar de vruchten aan
de boom. Wat zien ze er lekker uit! Zou
het waar zijn wat de slang zegt?
Ze strekt haar hand uit, plukt een vrucht
en eet die op. Dan pakt Eva nog een
vrucht. Ze geeft haar aan Adam. Ook hij
eet.
Dan schrikken ze heel erg. Na het eten
van de verboden vrucht weten ze alle-
bei dat het verkeerd is wat ze hebben
gedaan. Het was geen gewone slang
die sprak. Het was de duivel, de grote
vijand van God. Hij loog. Maar zij heb-
ben naar hem geluisterd. Ze hebben
gezondigd tegen hun Maker. Ze wilden
net zo belangrijk zijn als Hij. Nu krijgen
ze straf. Ze zullen sterven. Wanhopig kij-
ken Adam en Eva elkaar aan.
Ze zien ineens dat ze geen kleren dragen.
Vlug lopen ze naar een boom. Van groe-
ne vijgenbladeren maken ze schorten.
Plotseling kijken Adam en Eva geschrok-
ken op. Ze horen weer een stem! Deze
stem kennen ze. Ze waren altijd blij als ze
de Heere hoorden. Maar nu niet.
Adam en Eva vluchten voor God. Zoe-
kend kijken ze om zich heen. Waar kun-
nen ze wegkruipen? Daar. Bij die bomen.
Angstig wachten ze af.
‘Adam! Waar ben je?’
Verstoppen voor God kan niet. Hij weet,
hoort en ziet alle dingen. Bang komen
Adam en Eva tevoorschijn. ‘Ik hoorde Uw
stem in de hof,’ zegt Adam. ‘Maar ik heb
geen kleren aan. Daarom heb ik mij ver-
stopt.’
‘Wie heeft gezegd dat je naakt bent?’
vraagt God. ‘Ik heb je verboden van
die ene boom te eten. Heb je dat toch
gedaan?’
Adam wijst naar Eva. ‘De vrouw die U mij
gegeven heeft, die heeft mij van de ver-
boden vrucht gegeven.’ Adam geeft de
schuld aan een ander! Wat doe jij als je
iets verkeerds gedaan hebt?
‘Eva, waarom heb je dat gedaan?’ vraagt
de Heere.
‘De slang heeft tegen mij gelogen,’ ant-
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 13
Powered by FlippingBook