Bijbelse verhalen voor kinderen

18 3 Noach Genesis 6 en 7 V ANUIT DE HEMEL kijkt de Heere naar de aarde. Wat is er over van de mooie schepping die Hij heeft gemaakt? Alle mensen doen de hele dag zonde. De mannen trouwen met vrouwen die de Heere niet willen dienen. De mensen slaan elkaar soms zelfs dood. De aarde is een gevaarlijke plaats geworden. God kan de zonde niet langer aanzien. Daarom zegt Hij: ‘Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, wegdoen van de aarde. Zelfs de dieren zullen sterven.’ Alleen Noach vindt genade bij God. De Heere heeft hem een nieuw hart gege- ven. Dat betekent dat Noach de Heere liefheeft en Hem dient. Daarom wil Noach God geen verdriet doen. Als de mensen zondigen, loopt hij bij hen van- daan. Doe jij dat ook als andere kinderen verkeerde dingen doen? ‘Noach,’ zegt de Heere. ‘Alle mensen zul- len verdrinken, want Ik breng heel veel water over de aarde. Je moet daarom een ark gaan bouwen. Maak een schip van hout, want Ik zal jou en je gezin laten leven.’ Ook zegt God dat er dieren zul- len meegaan. Er is nog geen water te zien. Toch gaat Noach aan het werk. Hij bouwt een ark, een schuilplaats tegen de straf van God. Hij zaagt bomen om. Van de stammen maakt hij planken. Dan timmert hij van

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==