Bijbelse verhalen voor kinderen

15 Even denken... ren. God schept op de derde dag nog meer. Hij zegt: ‘Laat er gras, planten en bomen groeien op de aarde.’ Op datzelfde moment schieten gras- sprietjes naar boven. Ook groeien er bloemen, planten en bomen. God ziet dat het goed is. Als het de volgende morgen weer licht is, gaat God verder met scheppen. Hij vormt de zon. Gelijk valt er fel licht op de aarde en het wordt warm. De Heere maakt ook de maan. Het wordt nooit meer helemaal donker. Want ’s nachts werpt de maan haar witte schijn- sel op aarde. Ook pinkelen er ontelbaar veel sterren. Nog steeds is het stil en rustig op de aar- de. Op de vijfde dag verandert God dat. Hij zegt: ‘Ik wil dat er in het water veel dieren zwemmen en dat er in de lucht vogels vliegen.’ Meteen zwemmen er grote walvissen, haaien en dolfijnen in het water. Maar ook kleine vissen en andere dieren. Zee- paardjes, garnalen, krabben en nog veel meer. De lucht is vol van de geluiden van vogels. Op het land bouwen tjilpende mussen en fluitende roodborstjes hun nest. Een zeearend vliegt vlak boven de golven. Op de zesde dag maakt God alle andere dieren. De koeien, paarden en ezels. De leeuw met zijn manen, de kronkelende slang en de olifant met zijn lange slurf. De dieren zijn helemaal niet bang voor elkaar. Het lam slaapt bij de wolf. En de leeuw loopt tussen de schapen door. God maakt alles zo mooi en goed. God schept op de zesde dag nog meer. ‘Ik maak een man en een vrouw die Mij kennen en goed en heilig zijn.’ De Heere pakt stof van de aarde en maakt er een mens van. Dan blaast Hij Zijn adem in de neusgaten. De man begint te leven. God noemt hem Adam. Adam woont in een prachtige tuin, de hof van Eden. Om zich heen ziet hij bomen met heerlijke vruchten. En over- al lopen, zwemmen en vliegen dieren. Adam ziet dat God van elk dier een man- netje en een vrouwtje heeft geschapen. Maar Adam is alleen. Hij ziet niemand die op hem lijkt en niemand die hem kan helpen. Dan laat God Adam in slaap vallen. Van een rib, een stuk bot vlak bij het hart van Adam, maakt God een vrouw, Eva. Adam wordt wakker. Wat is hij blij als hij Eva ziet. ‘Nu heb ik iemand die bij mij hoort.’ Op de zevende dag rust God van al Zijn werk. Zijn schepping is klaar. Wat is God goed. Hij heeft alles zo mooi gemaakt. ▶ Wie heeft de hemel en de aarde gemaakt? ▶ Hoe zijn Adam en Eva geschapen? ▶ Waarom moeten wij goed voor de schepping zorgen?