9
‘Stilte voor de storm, Storm?’ zegt José met een glimlach. Ze
neemteenslokkoffieenvervolgt: ‘Dewinterkomternuechtaan.’
‘Ja, ik heb zoiets ook horen roepen,’ reageert Piet.
‘De komende dagen gaat het sneeuwen en waaien. Nou, dan
weet je het wel.’
‘Dan gaan we een grote sneeuwpop maken,’ klinkt het van de
andere kant van de kamer.
‘De sneeuw moet eerst wel vallen, man,’ reageert Piet op zijn
oudste zoontje.
Hijzietzijnpruillip.‘Maar,wieweet,heeftmamagelijk.Trouwens,
mama’s hebben altijd gelijk. Als het gaat sneeuwen, bouwenwij
een heel grote sneeuwpop.’
Piet ziet zijn oudste glimmen.
‘Heeft u nog wortels?’ vraagt Erwin.
‘Wortels?’ vraagt Piet. ‘Hoe dat zo?’
‘Voor z’n neus,’ verduidelijkt Erwin.
‘O ja, natuurlijk. Maar eh… ik denk het niet.’
Erwin heeft meteen een oplossing. ‘Die kun je toch kopen.’
Piet krabbelt even in zijn donkere krullenbol. ‘Ik weet iets. Als
wemorgenhutspot eten, dan kandaar vast wel eenworteltje af.’
Hij weet dat hutspot niet Erwins lievelingseten is.
Erwin kijkt z’n vader even nadenkend aan. ‘En als het nu niet
gaat sneeuwen, dan heb ik voor niets hutspot gegeten.’
Piet schiet in de lach. ‘Nee, niet voor niets. Weet je, wortels zijn
heel erg goed voor je ogen.’
‘Voor m’n ogen?’ vraagt Erwin verbaasd.
‘Heb je ooit een konijntje met een bril op gezien?’ grijnst vader
Piet.
Erwin kijkt zijn vader glazig aan.
‘Maak jemaar geen zorgen. Die sneeuw komt er vast aan. Het is
1,2,3,4 6