De mooiste opa van de wereld

vaarlijk zijn.’ Daar is Tijs weer. ‘Ik wil wel een hamburger!’ ‘En ik een broodje olifant,’ zegt opa. ‘Maar oom Maikel heeft toch wel met een indiaan ge- vochten, mama?’ vraagt Jasmijn. ‘Je oom heeft een grote fantasie, lieverd.’ ‘En hij komt met de boot!’ roept Tijs uit. ‘Niet,’ zegt Jasmijn. ‘Wel!’ roept Tijs nog harder. Opa bukt zich naar Tijs. Hij trekt aan zijn oorlel en kijkt in het oor. ‘Ik zie het al.’ ‘Wat?’ vraagt Tijs. ‘Je hebt je hersens in de auto laten liggen.’ Opa strekt zijn rug. ‘Ze hebben hier helemaal geen boten, Tijs. Hoe kom je daar nou bij?’ Tijs wordt rood. ‘Dat hebben jullie zelf gezegd!’ ‘Niet,’ zegt Jasmijn. ‘Niet tegen mij.’ ‘Wel tegen mij!’ roept Tijs. ‘Oom Maikel komt met een boot. En die boot zit vol. Ik denk met cadeautjes!’ Papa kijkt mama aan. En opa Jasmijn. Ze halen tegelijk hun schouders op. Tijs stampt op de grond. ‘Jullie hebben het zelf beloofd! We zouden naar sgip-fol!’ ‘Een schip vol?’ zegt papa aarzelend. ‘Oom Maikel zal wel een koffer bij zich hebben. Maar cadeautjes, dat weet ik niet, hoor, Tijs.’ ‘Sgipfol, sgipfol?’ denkt opa hardop. Dan spreidt hij zijn armen wijduit. ‘Schiphol!’ ‘Dat zeg ik,’ mompelt Tijs. ‘Dít is Schiphol!’ wijst opa om zich heen. ‘Bedoel je dat?’ vraagt papa met een lach. 8

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==