Elke dag nieuw

Woensdag Lydia Lezen: Handelingen 16:13-15 Paulus is over de zee gevaren. De Heere heeft hem de weg gewezen. Hij komt in de stad Filippi. Daar blijven ze een paar dagen. Dan is het sabbatdag. Dat is de rustdag. Paulus wil graag over de Heere gaan vertellen. Maar er is in Filippi geen kerk. Paulus loopt wat rond. Hij komt bij de waterkant. Daar zitten een paar vrouwen. Paulus vertelt van de Heere. Stil en eerbiedig luisteren ze. Vooral één vrouw, Lydia. Dan gebeurt er een wonder. Ze wordt een kind van de Heere. Ze krijgt de Heere echt lief. Vraag Wat deden de vrouwen bij de waterkant? Waarommoet je altijd bidden op een plaats waar het rustig is? Donderdag Gevangen Lezen: Handelingen 16:22-24 Nog steeds is Paulus in Filippi. Hij vertelt over de Heere. Veel mensen luisteren graag naar hem. Maar er zijn in Filippi ook vijanden van de Heere. Ze willen de woorden van Paulus niet horen. Ze worden boos. Er komen soldaten. Ze grijpen Paulus en Silas vast. Ze scheuren hun kleren kapot. Ze slaan met een zweep op hun rug. Dan brengen ze hen in de gevangenis. De baas van de gevangenis moet goed op hen passen. Hoe kan dat nu? Ze kwamen naar Filippi om te vertellen over de Heere! Vraag Waarommoeten Paulus en Silas naar de gevangenis? Kunnen ze nu nog wel over de Heere vertellen? Vrijdag Bevrijd! Lezen: Handelingen 16:25-26 Paulus en Silas zitten in de gevangenis. Ze zijn vastgebonden. Toch zijn ze niet bang en verdrietig. Ze zingen en bidden. Ze weten dat de Heere hen ziet en hoort. Dan beweegt opeens de grond. Er komt een aardbeving. De deuren van de gevangenis gaan vanzelf open. De voeten van Paulus en Silas zitten niet meer vast. De gevangenen kunnen zo weglopen. De baas van de gevangenis schrikt! Zijn nu al zijn gevangenen weggelopen? Dan zal hij straf krijgen. Hij is zo bang. Hij pakt zijn zwaard en wil zichzelf doden. Maar gelukkig is de Heere de baas. Hij zorgt ervoor dat het niet gebeurt. Vraag Wat doen Paulus en Silas in de gevangenis? Zaterdag ‘Wat moet ik doen?’ Lezen: Handelingen 16:28-32 Paulus en Silas zijn niet weggevlucht. Ze zijn nog in de gevangenis. De baas van de gevangenis hoort Paulus roepen: ‘Doe uzelf geen kwaad! Wij zijn hier allemaal nog!’ Hij denkt: Paulus en Silas zijn geen slechte mannen. Ze hebben niets verkeerds gedaan. Ik heb zelf verkeerd gedaan. Hij valt op zijn knieën voor Paulus. Hij wil ook de Heere dienen. Hij vraagt: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden?’ Paulus zegt: ‘Geloof in de Heere Jezus. Dan zul je gelukkig zijn. Jij, en al de mensen die in je huis zijn.’ Vraag Wat betekent: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden’? Waarom kun je alleen gelukkig zijn als je in de Heere Jezus gelooft?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==