Raak

13 5 januari Jammer, maar waar? Lezen: Jona 3:5-4:2 Jona wist het, maar had liever dat het anders was geweest: God is helaas barmhartig... Een vreemde man, hoor, die knecht van God! Wat houdt het eigenlijk in om barmhartig te zijn? Als wij door Gods kracht weer op Hem gaan lijken (wil je dat trouwens?), dan worden we dus ook, net als Hij, barmhartig. Je kijkt met medelijden naar je naaste, die in ellendige omstandigheden zit. Je ziet die jongen of dat meisje met heel andere ogen dan eerst: je wilt helpen. Met dit verschil: onze barmhartigheid komt pas als iemand medelijden oproept. Maar Gods barmhartigheid is er al terwijl wij geen medelijden verdienen. Waarin blijkt Gods barmhartigheid? Dat Hij je helpt. Hoe? Niet altijd zoals je het graag hebt, of zoals jij denkt dat goed en nodig is. Maar Hij helpt Zijn kinderen op zo’n manier als echt het beste voor hen is. Een voorbeeld van barmhartigheid staat in het stukje dat je net hebt gelezen (of zo gaat lezen): de bevolking van Ninevé bekeert zich en wordt door de barmhartige God gespaard, niet vernield. Zo is God nog. - opdracht - Doe als de koning van Ninevé. Hij wist niets van Gods barm- hartigheid, maar zei toch: ‘Wie weet...’; en hij riep ernstig tot God om genade. g o d

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==