Begrijp je Bijbel

2 januari Luisteren naar de Heere Gelukkige mensen Lezen: Genesis 1:26-27 Zingen: Psalm 100:1 en 2 vers 26 Laat Ons mensen maken De Vader, de Zoon en de Heilige Geest wilden op de aarde mensen maken. naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis De mens moest op God lijken. Als je naar Adam en Eva keek, keek je in een soort spiegel. En in die spiegel zag je iets van God terug. en dat zij heerschappij hebben De mens kon in het paradijs over de dieren regeren. Als Adam een vis riep, kwam de vis zo naar Adam toe zwemmen. Ook de grote dieren deden precies wat Adam wilde. het gevogelte des hemels De vogels die door de lucht vliegen. al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt Alle kleine dieren die poten hebben. vers 27 naar Gods beeld Adam en Eva hadden iets van de wijsheid van God. Ze waren vrienden van God en hadden geen zonden. Wat waren Adam en Eva gelukkig! Ze hadden het goed met de Heere. Hij zorgde voor hen. Ze waren helemaal goed geschapen. De mens mocht de schepping regeren. Dat is wonderlijk geweest. De dieren waren geen bedreiging voor de mens. Een leeuw kon gerust heel dicht bij Adam en Eva komen. Een tijger luisterde naar Adam en deed precies wat hij wilde. En Adam en Eva luisterden naar God. Zo was het goed. Er was geen enkel verdriet. Verlang jij daar ook wel eens naar? Dan moeten wij leren luisteren naar de Heere. Hij kan het weer goed maken. Hij zal er ook voor zorgen dat er straks weer een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal zijn. Daar mogen mensen wonen die de Heere hebben leren kennen. Mensen die de stem van God hoorden in hun hart. V !

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==