Begrijp je Bijbel

Luisteren naar de Heere 1 januari De stem van God Lezen: Genesis 1:1-3 Zingen: Psalm 95:2 en 4 vers 1 In de beginne Het allereerste begin; de aarde was er nog niet, alleen God was er. schiep Als je een stoel maakt, heb je hout nodig. God heeft de hele wereld gemaakt zonder dat Hij daar iets voor gebruikte. de hemel en de aarde God maakte de aarde en de lucht, maar ook de hemel waarin Hij Zelf ging wonen. vers 2 woest en ledig De aarde was een hele woeste klomp modder. Verder was de aarde leeg, je kon er geen planten en andere dingen vinden. duisternis op de afgrond De modderklomp kon je niet zien, het was helemaal donker. de Geest Gods zweefde De Heilige Geest broedde als het ware op de aarde. vers 3 Daar zij licht Nu moet het licht worden. En daar werd licht Plotseling kwam er licht. Er was niets. En opeens was de aarde er. Hoe kwam dat? Dat kon gebeuren, omdat God dat wilde. Hij wilde dat de aarde gemaakt werd. Maar God wilde ook dat het licht werd. Hoe kwam er voor het eerst licht? Omdat God een paar woorden sprak. Hij zei: ‘Daar zij licht!’ Toen was het opeens licht. Als de Heere spreekt, gebeuren er grote wonderen. Dat was bij de schepping zo, en dat is nog zo. Als het onweert, zeggen we wel dat de Heere spreekt. Dan voelen we ook iets van de majesteit van God. Als de Heere in je hart spreekt gebeurt er ook een groot wonder. Dan wordt je een kind van God. Daarom moeten we goed luisteren naar het Woord van God. Met een biddend hart. ‘Heere, wilt u ook iets in mijn hart zeggen?’ V !

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==