De zadeldieven

10 maar het paard naar de box te brengen en de mannen de manege te laten zien.’ ‘Mag jij dat doen? Niet te geloven,’ zegt Debbie. ‘Hou jij je maar bezig met je vriendinnen,’ zegt Niek. ‘Ik hou de manege wel draaiend.’ ‘Uitslover!’ Niek lacht en legt zijn hand op de schouder van zijn zusje. ‘Ben je zuinig op je hartsvriendin Mirja? Ze heeft het niet altijd makkelijk.’ Debbie kijkt hem aan. ‘Hè, Niek?’ Maar voor ze verder kan vragen, is Niek al naar buiten. Op dat moment gaat de telefoon. Debbie neemt gelijk op. ‘Hè, hè, Mir, ik zit al uren te wachten en waarom heb je je mobiel niet aanstaan,’ ratelt Debbie. ‘Ik heb je al een paar keer gebeld.’ ‘Balen dat je nog geen mobiel hebt,’ zegt Mirja. ‘Dan kan ik je overal bereiken.’ ‘Mag niet van mijn ouders. Pas als ik van de basisschool af ben.’ ‘Dan hebben ze nog een jaar om te sparen.’ ‘Grappig, misschien krijg ik er een voor mijn verjaardag,’ zegt Deb- bie zuchtend. ‘Vast een of ander model dat allang uit is. Oh, nee, ik krijg een andere fiets. Dat hoort als je in groep acht zit, vindt mijn moeder. Kim en Niek hebben ook een fiets gehad toen ze in groep acht zaten. Dat krot wat ik nu heb, had ik al in groep vijf, en toen was het al een tweedehands. Dus een mobiel kan ik voorlopig vergeten. Maar mag je?’ ‘Ja.’ ‘Top! Het wordt een supervakantie. Logeren, shoppen, zwemmen, ponyrijden.’ ‘En helpen in de manege niet te vergeten,’ vult Mirja aan. ‘Ja logisch, kom snel hierheen,’ zegt Debbie. ‘Niek was net al onge- duldig. We moeten de stallen uitmesten.’ ‘Niek, ongeduldig?’ vraagt Mirja. ‘Nou ja, ongeduldig, zenuwachtig.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==