De Heere is mijn Herder

Abram ‘Ga uit uw land, naar een ander land, dat Ik u wijzen zal.’ Dat zegt de Heere tegen een man, die in een heidenland woont. Die man heet Abram. In het land waar hij woont, kennen ze de Heere niet. Daar dienen alle mensen de afgoden. Dat deed Abram vroeger ook. Abram gaat. Met al zijn duizenden schapen, koeien en kamelen. Naar welk land gaat hij? Hij weet het zelf ook niet. Maar toch gaat hij! Hoe komt dat toch dat Abram zomaar weggaat? Dat hij ook zijn familie in de steek laat? Hij weet niet eens waar hij terechtkomt! Abram heeft van de Heere het echte geloof gekregen in zijn hart. Daarom wil hij de Heere gehoorzamen. DeHeere gehoorzamen.Datmoeten allemensen.Maarwillen alle mensen dat? Nee, niemand! Zo boos is ons hart! Maar wij mogen de Heere smeken om een nieuw hart. Dan geeft de Heere dat zelfde geloof, wat Abram kreeg. Dan willen we de Heere graag gehoorzamen. Dan vragen we: ‘Heere, wat wilt U, dat ik doen zal?’ Psalm 86:6 Leer mij naar Uw wil te hand’len, ’k Zal dan in Uw waarheid wand’len; Neig mijn hart, en voeg het saam Tot de vrees van Uwen naam. H EER ’, mijn God, ik zal U loven, Heffen ’t ganse hart naar boven; ’k Zal Uw naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid. 3 JANUARI GENESIS 12:1-4

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==