9789033117367

10 zou dat kunnen zijn?’ vraagt hij. Hoopvol staat de Engelsman af te wachten. Aarzelend schudt Frans zijn hoofd. ‘Hello!’ hoort hij ineens. Die stem herkent hij uit duizenden. Jack heeft hem ontdekt, daar komt hij. Frans begint te rennen. Eigenlijk is het vreemd voor iemand van bijna dertig, maar hij kan zich gewoon niet inhouden. Jack komt ook ophemtoerennen. Als de twee elkaar bereikt hebben, houdenze allebei hunvaart inendaarna geven ze elkaar lachend een stevige hand. Jack geeft hem ook een dreun op zijn schouder. Daarna zijn de anderen er. Die krijgen ook een stevige hand van Jack. ‘Ik hoorde het aan je stem,’ zegt Frans tegen Jack. ‘Ik zag het aan je neus en aan je mond, die zijn in al die jaren niet veranderd,’ zegt Jack. ‘Wat ben ik blij dat ik je weer zie.’ ‘Er is een litteken op je gezicht gebleven,’ zegt Frans. De hand van Jack gaat naar zijnwang. ‘Ja, maar dat geeft niets,’ zegt hij. ‘Ik heb het overleefd.’ ‘Ik heb je speldje nog,’ zegt Frans en haalt het insigne uit zijn broekzak. Jack is dadelijk vol belangstelling. Frans wil de speld aan Jack geven, maar die weert dat rustig af en wijst naar zijn baret waarop inmiddels een nieuw embleem prijkt. ‘Het blijft van jou,’ zegt Jack. Frans stopt de speld direct in zijn zak. ‘Kom je vanavond bij ons?’ vraagt hij dan. ‘Ik ga straks mee in een vrachtauto. We gaan eerst via Oos- terbeek naar Arnhem en dan naar een tentenkamp in Deelen,’ vertelt Jack. ‘Ik wil wel graag bij jullie komen, waar ik zoveel meegemaakt heb.’ ‘Dan kom ik je vanavond in Deelen halen,’ zegt Frans.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==