Overleven in groep 7

8 waar kom je vandaan? Ben je voor Ajax of voor Feyenoord?’ ‘Voor Feyenoord natuurlijk.’ Een meisje komt lachend voor z’n tafel staan. ‘Ik ben Laura. Gave trui heb je aan.’ ‘Ho, ho,’ onderbreekt de meester hen lachend. ‘Laat mij eerst maar even vertellen. Jongens en meisjes!’ De meester klapt in zijnhandenenwacht tot het stil is. ‘Julliehebbenallemaal gezien datMark vanZetten vanaf vandaag bij ons in de groep zit. Ik heb jullie voor de vakantie al over zijn komst verteld. Mark is in de voorjaarsvakantie verhuisd. Hij woont nu in de Bloemenstraat. Ik hoop dat jullie hemmet elkaar goed opvangen, zodat hij zich snel bij ons thuis voelt.’ ‘Kan hij praten?’ roept een grote jongen die achterin de klas zit. ‘Waar slaat dat nou op, Tim?’ vraagt de meester. ‘Omdat hij nog niks gezegd heeft. Hé, Mark, je bent toch wel voor Ajax? Dat zijn de meeste jongens hier.’ ‘Mark kan best praten. En of hij voor Ajax is, vind ik nu niet zo belangrijk.’ Als de bel voor de pauze klinkt, stoot Sven hem aan. ‘Kom op! Opschieten. We doen buisie. Wie het laatst bij de prullenbak is, moet hem zijn.’ Daarna holt hij snel de klas uit. Mark aarzelt even en loopt dan achter Sven aan naar de gang. Hij wil hem niet zijn! Zeker de eerste keer niet. Maar... waar is zijn jas gebleven? Hij weet zeker dat hij die hier heeft opgehan- gen. Aan het haakje op de hoek. Mark kijkt rond, maar al zijn klasgenoten zijn allang buiten. ‘Zoek je iets, Mark?’ ‘M’n jas.’ ‘Nee hè,’ moppert de meester. ‘Wat een flauwe grap.’ Hij loopt naar de jongenstoiletten, doet de deur open en kijkt naar bin- nen. ‘Dat dacht ik wel.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==