De kracht van groep 8

10 ‘Ja-a. Ik snap niet wat je bedoelt.’ Annemarie haalt haar schouders op. ‘Dan niet. Heb je zin in het kamp?’ ‘Natuurlijk. Jij niet dan?’ ‘Echt wel. Jammer dat we maar drie dagen gaan. Mijn nichtje gaat van maandag tot vrijdag.’ Als Annemarie weer doorloopt, kijkt Paulien naar buiten. Ze heeft geprobeerd normaal te doen, maar ze voelt zich niet goed. Ze heeft hoofdpijn. Komt dat door de busrit? Tegen autorijden kan ze ook niet goed. Als ze in het kamphuis zijn, zal ze aan de meester een aspirientje vragen. Paulien kijkt naar de lollie die ze heeft gekregen. Ze haalt het papier eraf. Een zwart-wit-lollie. Normaal vindt ze die heerlijk, maar nu niet. Ze heeft zo’n raar gevoel in haar maag. Net of ze misselijk is. Stel je niet zo aan, zegt ze tegen zichzelf. Het gaat straks vanzelf over. Ze stopt de lollie in haar mond en draait zich om. Achter haar zitten juffrouw Brandsma en Margriet. ‘Juf, heeft u ook een knuffel bij u?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==