Van zendelingen, pausen en keizers

12 Elwa luisterde. Ja, in de verte kon ze de stemmen van de mannen horen. Ze zaten nog steeds bij elkaar, en ze hadden natuurlijk bier. Ze hoorde hen hard lachen en zingen. O, als vader numaar niet dronken thuiskwam! Dat was zo naar. Soms begon hij zelfs moeder te slaan. O, Elwa kon dan wel gillen als ze dat zag. Maar dat deed ze niet, o nee, ze probeerde heel stil te zijn, want anders zou vader haar ook slaan! Zouden de mannen ook weer aan het dobbelen zijn? O, dat akelige dobbelspel! Ze wist het wel: alle mannen deden het, maar als ze dronken werden, verdobbelden ze steeds meer. Als vader nu weer zou verliezen... Ze hadden al twee koeien verloren. Nu hadden ze alleen nog maar een paar geiten. O, als... Elwa moest aan haar vriendin Feya denken. Haar vader was ook altijd aan het drinken en dobbelen. Een poosje geleden had hij ook zijn koeien verloren en toen... Elwa rilde onder de dierenhuid. Er begonnen zomaar tranen langs haar wangen te lopen. Maar dat gaf niet, het was toch donker. Feya en haar zusje Hanna... Hun vader had gedobbeld en gedobbeld tot hij niets meer had en toen... toen had hij al zijn schulden betaald met zijn twee dochters. Nu woonden Feya en Hanna heel ver weg, ergens diep in de bossen. De man die had gewonnen, had ze meegenomen, en nu moesten ze heel hard werken. O, als vader... Nee, vader zou dat nooit doen. Hij was aardig als hij niet dronken was. Als hij nu eens niet meer al dat bier zou drinken... dan zouden zulke dingen ook niet gebeuren. Elwa luisterde naar alle geluiden buiten. Er ritselde wat over het bladerdak. Zou dat een boze geest zijn die probeerde binnen te komen? Ze hoorde een uil krassen met een schorre stem. Ze rilde weer en trok de berenhuid nog dichter om zich heen. Gelukkig, de deur was dicht. Enmorgen, als de nieuwe dag kwam, dan zou de zon al die boze geesten lekker weer wegjagen. Dan kon ze weer naar buiten gaan enmoeder helpen in de tuin. Ja, dat moest ze doen, want moeder zag er zo moe uit. Plotseling hoorde ze voetstappen binnenkomen. Ze schrok en kwam met een ruk overeind. Ze voelde de koude nachtlucht in haar gezicht. Ja, dat was vader. De deur was alweer dicht. Ze luisterde en haar hart klopte. Was hij dronken? Zou hij schreeu- wen?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==