De eerste christenen

12 Het was donker. Buiten de stad Rome, tussen de heuvels, liep een groepje mensen over een smal pad. Ze moesten uitkijken dat ze niet struikelden. Er lagen veel stenen op dat kronkelige bergpad en de nacht was zo zwart! Maar de man die voorop liep wist precies de weg. Ze hoefden hem alleen maar te volgen. Eindelijk kwamen ze bij een opening in een massieve rotswand. Hier stonden nog meer mensen; ze fluisterden samen. In de donkerte kon José niet zien hoeveel het er waren. Ze moesten bukken en de een na de ander kroop door de opening. Het was aardedonker, maar José voelde de hand van zijn vader, die hem meetrok. Plotseling flikkerde er een klein licht: iemand had een kaars aangestoken. Grote schaduwen bewogen over de muren, toen ze achter elkaar verdergingen. Nu konden ze tenminste zien waar ze liepen. José keek rond met grote verbaasde ogen. In een lange rij liepen ze door de smalle gang achter het licht van de kaars. Het licht ging rechts de hoek omdoor een andere gang, toen naar links en even later weer naar links. José werd een beetje ongerust. Zouden ze niet verdwalen? Maar vader liep voor hem en moeder achter hem. Zij zouden wel weten dat het goed ging! Eindelijk werd het lichter. Ze kwamen in een grote ruimte, waar nog meer kandelaars met brandende kaarsen stonden. Het leek wel een hele grote ronde kamer. Ze moesten nu wel heel diep in de bergen zijn. José keek rond. Hij wist waar ze waren: dit was een van de cata- comben, een van de spelonken in de bergen, waar de doden werden begraven. Er zaten nog meer mensen te wachten en ze begroetten elkaar hartelijk. Ze waren zo blij elkaar te zien! Zacht praatten ze even met elkaar. José hoorde over vrienden, die niet konden komen. Sommi- gen waren in de gevangenis gestopt. José kon het niet helpen, maar het leek wel of er iets heel kouds over zijn rug liep. Onee, hij zou hier nooit over praten! Stel je voor dat zijn vader en moeder ook in de gevangenis kwamen! Er begon iemand te praten. José probeerde goed te luisteren. Was dit de knecht van de ware God, over wie moeder vertelde? Vast wel, want hij vertelde over de God, Die alles had gemaakt. Deze God had ook een Zoon. Was die Zoon gestorven? Hoe kon dat? Wat zou Hij