Spoorloos

8 ‘Zeg nou eens waarom jij vrij hebt.’ ‘Zijn meester is ziek en er was geen invaller,’ zegt moeder. ‘Dan heb jij geluk en ik pech. Ik heb wel een invaller. En wat voor eentje! Zo’n juf die...’ ‘Michiel, houd je mond,’ zegt moeder. Na het bidden vraagt Fred naar zijn feestje. ‘Wie komen er?’ wil hij weten. Michiel propt gauw een pannenkoek in zijn mond. ‘Llloesss,’ zegt Dirkjan. ‘Vraag jij Marloes? Die kattenkop!’ ‘Kattenkop...’ zegt Dirkjan, terwijl hij stroop op zijn kin smeert. ‘Wie nog meer?’ gaat Fred verder. Michiel strooit suiker op de volgende pannenkoek. ‘Niet meer dan vier kinderen, hoor!’ zegt moeder. Michiel noemt ze op: ‘Rudi van den Bredevoorst, Tomas van den Bredevoorst, Marloes van de buren en...’ Michiel kijkt naar zijn neef die poedersuiker op zijn neus heeft zitten. ‘En Dirkjan!’ ‘Ikke!’ roept Dirkjan meteen. ‘Dat wordt dan gezellig,’ vindt Fred. ‘Waarom komen Ralf en Kees niet? Daar kun je tenminste mee lachen.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==