» Homepage
Roland
Kalkman
Maassluis
1971
Maassluis
Ja
3
Kalkman, Roland

‘Vertellen is fijn, maar schrijven nog leuker’


Voor alle leeftijden is er wel een boek van Roland Kalkman. Van leesboekjes voor groep drie tot spannende jongensboeken. En natuurlijk de serie over Rosa en Maria in Colombia. Zijn vrouw en kinderen zijn daar maar wat trots op!


Tekst: Leanne Monster


Wat doet u voor werk?
Naast het schrijven ben ik ambulant begeleider op scholen. Dat betekent dat ik kinderen met gehoor-, spraak- en taalproblemen help. Ik werk in de regio Rotterdam en kom op heel veel scholen. Dat werk doe ik vier dagen per week. Eén dag per week heb ik een schrijfdag. Was dat maar meer! Gelukkig heb je in het onderwijs veel vakantie. Dan heb ik extra veel tijd om te schrijven, net als in het weekend.


Wanneer en hoe bent u begonnen met schrijven?
Toen ik meester was van groep zes. Ik had het toen best druk. Daarom wilde ik iets voor mezelf hebben om mijn creativiteit in kwijt te kunnen. Op dat moment werd ik gevraagd om het vrije verhaal voor het kerstfeest op school te vertellen. Ik kon nergens een leuk, origineel verhaal vinden. Toen schreef ik er zelf eentje. De kinderen vonden het geweldig! Daarna schreef ik nog meer korte verhalen.


Op een dag dacht ik: Waarom probeer ik niet eens een lang verhaal? Gewoon om te zien of ik dat ook kan. Dat lange verhaal werd in 1999 uitgegeven als mijn eerste boek De Lotus. Toen ik een boek had geschreven, wilde ik laten zien dat ik nog wel een boek kon schrijven. En nu komt er bijna elk jaar een nieuw boek uit.


Hoe is De Lotus, uw eerste boek, ontstaan?
Dat kwam door een herinnering uit mijn kinderjaren. Het verhaal speelt zich af in de fabriek van de vader van de hoofdpersoon. Voor die fabriek gebruikte ik mijn herinneringen aan een oude touwfabriek. Mijn tante werkte daar en op woensdagmiddag mocht ik haar weleens helpen met klusjes. In mijn fantasie kon er van alles in die fabriek gebeuren.


Zijn uw boeken echt gebeurd?
Dat niet, maar sommige hebben wel dingen uit het echte leven in zich. Bijvoorbeeld het boek Vijf gestolen diamanten: een paar jaar geleden las ik een krantenbericht over een inbreker die zich verkleedde als Zwarte Piet. Het was toen eind november en mensen dachten dat het een gewone Zwarte Piet was, die over de daken liep.


Mijn nieuwste boek De Beestenbende is voor een deel wel echt gebeurd. Vrienden van ons vonden in Italië een klein hondje in de bergen en namen dat mee. Ze vroegen zich af wat ze ermee zouden doen. We zagen dat het een keurig duur hondje was, met gekamde haren en een strikje. De dierenarts ontdekte dat het hondje in een berghut woonde. Eigenlijk was het hondje dus ontvoerd! In het boek loopt het verhaal anders af, maar het is voor een groot gedeelte echt gebeurd.


Wat voor verhalen schrijft u het liefst?
Eerst wilde ik  ‘pak-de-boeven’ verhalen schrijven. Nu schrijf ik meer over dingen die echt kunnen gebeuren, maar toch spannend zijn. Daarbij richt ik me meer op de hoofdpersoon, hoe hij alles beleeft en hoe hij denkt. Bijvoorbeeld als hij iets doms heeft gedaan en daar spijt van heeft. In  Meester verdacht! denkt iedereen dat de meester schuldig is, maar de hoofdpersoon weet zeker dat het niet zo is. Toch begint hij dan een beetje te twijfelen. Ik vind het leuk om te schrijven over dingen die kinderen spannend vinden.


Waarom hebben de boeken Poes in de klas en Poes loopt weg dubbele hoofdstukken?
Het zijn speciale boeken voor kinderen die net kunnen lezen, in groep drie. Ik vind het boeiend om mee te maken hoe kinderen leren lezen. Daar wil ik hen graag bij helpen door lezen leuk te maken. Daarom schreef ik elk hoofdstuk twee keer: een keer om voor te lezen en een keer om zelf te lezen. Deze boekjes gebruiken veel scholen nu ook. Dat is fijn, want dat betekent dat het een goed idee was om deze boeken te schrijven.


Heeft u, naast schrijven, nog meer hobby’s?
Jazeker! We vinden het leuk om als gezin ergens te gaan fietsen. Ook speel ik graag piano en lees ik veel. Ik lees graag spannende boeken, maar ook veel kinderboeken. En samen met drie andere schrijvers zit ik in een schrijverskwartet. We lezen dan elkaars verhalen en zeggen wat we ervan vinden. Dat vind ik heel belangrijk, want daar leer je veel van. Het maakt je eigen boek ook beter.


Wat vindt u het leukste of mooiste aan schrijven?
Je hebt een verhaal in je hoofd en dat moet op papier komen. Een verhaal vertellen is fijn, maar een verhaal schrijven is eigenlijk nog leuker. Ook vind ik het prachtig om te horen dat kinderen mijn verhalen mooi vinden.


Hoe verwerkt u het christelijke geloof in uw boeken?
Ik schrijf vooral om kinderen te laten genieten van het lezen. Daarnaast is het mooi om de lezers aan het denken te zetten. Soms gaat het over pesten, soms over vrienden. Daarin geef ik kleine ‘prikjes’ aan de lezer, zodat ze zelf na gaan denken: Wat zegt de Bijbel hierover? Dat noem ik ook, als dat past in het verhaal. Ik zoek naar een natuurlijke manier om dat in het verhaal te zetten. Bijvoorbeeld door de hoofdpersoon in een christelijk gezin te laten wonen. Of doordat de personen in het boek sorry zeggen en elkaar vergeven.


Wat vinden uw vrouw en kinderen ervan dat u ‘bekend’ bent door het schrijven?
Nou, dat valt wel mee toch? De kinderen zijn er wel trots op. Ze nemen graag posters van mijn nieuwe boeken mee naar school. Mijn vrouw geniet er vooral van dat ik iets heb waar ik creatief in kan zijn. Iets dat helemaal bij mij past. Zij leest vaak mee en let erop of het verhaal interessant genoeg is.


Onze dochter Jennifer las mee toen ik de speciale leesboekjes voor groep drie schreef. Als zij een grapje niet leuk vond, haalde ik dat er weer uit en verzon ik iets nieuws.

Boeken

Boeken staan alfabetisch gesorteerd op auteursnaam.

Nieuwsbrief



    CAPTCHA code: