» Homepage
Arja
van Velzen-Wijnen
Benthuizen
1955
Nunspeet
Ja
4
Velzen - Wijnen, Arja van

Erop los fantaseren


“Een zonnig tafereel. Kinderen op een bruggetjes, de benen in het water Het kan aanleiding vormen voor het begin van een boek. Een sfeer, een foto, een artikel, een gebeurtenis kunnen zo aanspreken dat je het wilt vastleggen in een verhaal of boek. Schrijven is inleven en fantaseren.”


Uw eerste verhaal was niet meteen een boek. Hoe begon u met schrijven?
Ik vond het altijd al leuk om verhalen te verzinnen en te vertellen voor de klas. Soms schreef ik die ook op en gebeurde er zomaar van alles in het verhaal. Iemand van het Reformatorisch Dagblad vroeg of ik elke week een “Een verhaal om zelf te lezen,” voor de kinderpagina van de krant wilde schrijven. Ik schreef twee proefverhalen en nadat deze goed gekeurd waren, volgden er nog vele. Elke week één en 25 jaar lang, dus bij elkaar 1250 verhaaltjes. 


Veel van deze verhaaltjes zijn uitgegeven in boekvorm. Bijvoorbeeld “Het grote boek van Gijs en Geeske” en een serie boeken over Cas en Maartje.  


Naast de serie Gijs en Geeske schreef u ook een serie over Tjeerd en Peter
Dat klopt. Voor Bim Bam mocht ik een vervolgverhaal schrijven voor wat oudere kinderen, liefst een beetje spannend. Dat ging over Tjeerd en Peter, twee jongens die op een boerderij in Friesland woonden. Zij maakten allerlei avonturen mee in de natuur. Ook daar verschenen boeken van, zoals Tjeerd en Peter en het oude huis.


Vindt u schrijven moeilijk?
Soms wel. Als je een boek gaat schrijven, moet je wel eerst een goed plan maken. Maar vaak gaat het ook vanzelf. Als je een idee hebt groeit dat uit tot een verhaal en een boek. Je bent er eerst in gedachten mee bezig, zo vormt zich al een verhaal in je hoofd. Dan ga je achter de computer zitten en leef je je helemaal in, in het verhaal, de situatie, de kinderen die een rol in het verhaal spelen. Schrijven is je inleven en verder veel fantaseren. Ik vind het heerlijk om naar kinderen te kijken, te zien hoe ze spelen en omgaan met andere kinderen, ook dat vormt een basis voor je boeken. 


Zijn uw verhalen echt gebeurd?
Dat niet, maar ze gaan wel over dingen die ik zelf soms heb meegemaakt. Tjeerd en Peter schreef ik omdat ik vaak op de boerderij van ooms en tantes kwam en daar logeerde. Daar was altijd iets te beleven. Ik schrijf graag over mijn eigen ervaringen en de natuur. Want ik wil kinderen betrekken bij de natuur en hen daar kennis mee laten maken en laten zien hoe mooi de natuur is en hoe belangrijk om daar goed mee om te gaan.   


Hotel vol verrassingen was ook leuk om te schrijven, omdat ik vroeger zelf een vakantiebaantje in een hotel had. Je weet dan precies wat er in een hotel allemaal moet gebeuren om het goed te laten lopen.


Wat vindt u zelf uw leukste boek?
Het geheim van het eiland. Dat is zelfs zes keer herdrukt. Dit verhaal is niet zo voorspelbaar als andere verhalen die ik schreef, zoals Tjeerd en Peter bijvoorbeeld. Het is een heel ‘eigen’ verhaal met spanning. Kinderen herkennen zichzelf er ook in. Verder vind ik  Hotel vol verassingen een leuk boek. Dat gaat over belevenissen van twee kinderen in en om een gezellig familiehotel. 


Ook  de boekjes van Gijs en Geeske vind ik leuk.  Ik schreef ze 25 jaar geleden, maar nog steeds worden ze gelezen. Soms hoor ik dat kinderen een lievelingsverhaal hebben van Gijs en Geeske  en dat ze het helemaal uit hun hoofd kennen. Dat is natuurlijk geweldig om te horen! Ook mijn kleinkinderen lezen deze boeken nu zelf.


Voor welke leeftijd schrijft u het liefst? Voor jongens of voor meisjes?
Het liefst schrijf ik voor kinderen van ongeveer zes jaar. Voor jongens én voor meisjes. Die leeftijd vind ik boeiend en ligt me goed.


Wat is uw belangrijkste doel met schrijven?
Iets positiefs meegeven aan kinderen. Ik vind het moeilijk om over nare dingen te schrijven. Ouders die gescheiden zijn bijvoorbeeld of een broertje of zusje dat overleden is. Misschien ga ik daar nog wel iets mee doen, maar dan in een boek voor iets oudere kinderen.


Nu schrijf ik het liefst om kinderen ontspanning te bieden. Daarnaast wil ik ze laten zien dat ze iets goeds kunnen doen met hun leven. Dat ze er voor elkaar moeten zijn, maar ook dat ze met alles bij God terecht kunnen.


Heeft u nog meer hobby’s dan schrijven?
Ik doe vrijwilligerswerk voor Woord & Daad. Zo organiseren we bijvoorbeeld elk jaar een Winter- en brocantefair waarvan de opbrengst voor Woord & Daad is. Ook werk ik als vrijwilliger in een verzorgingstehuis als Activiteitenbegeleidster. Dat is dankbaar en waardevol werk. Daarnaast houd ik van schilderen en koken.


Wat zou u graag nog eens willen doen?
Reizen. Andere landen bekijken. We gaan vaak naar Frankrijk of Italië en trekken daar rond. Ik zou graag eens naar Scandinavië gaan of naar Ierland, Oostenrijk, Roemenië, Zuid-Afrika en Israël. Er zijn nog zoveel landen waar ik niet geweest ben! Het lijkt me ook heel mooi om een andere taal te leren, Spaans of Italiaans bijvoorbeeld. 


Bent u nu bezig met het schrijven van een boek?
Ik ben weer met een boek bezig, maar waar dat over gaat is nog een verrassing.

Boeken

Boeken staan alfabetisch gesorteerd op auteursnaam.

Nieuwsbrief



    CAPTCHA code: