» Homepage
Bram
Kasse
Ede
1969
Leeuwarden
Ja
3
Kasse, Bram

Lachen achter de laptop


Voorzichtig neemt Bram Kasse een slok van zijn koffie met caramel. Dan vertelt hij enthousiast verder over de leukste dingen die er volgens hem bestaan: lesgeven en schrijven. Met dat laatste won hij de EigenWijsPrijs in 2010. ‘Ik deed zomaar een handstand in de kamer!’


Tekst: Leanne Monster


Kunt u iets vertellen over het werk dat u naast het schrijven doet?
Ik leer jongens en meisjes hoe ze goede meesters en jufs worden. Ik geef les in pedagogiek. Dat betekent: opvoeden. Door mijn werk kom ik veel op basisscholen. Soms word ik herkend, als ik stilletjes achterin de klas wil gaan zitten. ‘Bent u nou die schrijver?’ ‘Sst,’ glimlach  ik dan, ‘je moet op de juf letten.’


Mist u het lesgeven op de basisschool?
Oh, ik zou zo weer voor de klas willen. Ik houd heel  veel van mijn vak. Het is mijn taak om goede leerkrachten op te leiden. Maar als schrijver kom ik nog veel op basisscholen. Dan heb ik toch van allebei wat.


Hoe gaat dat dan als u op scholen komt vertellen?
Soms zit er één klas op me te wachten. Een andere keer een gymzaal vol kinderen. Ik vertel bijvoorbeeld hoe een boek gemaakt wordt. De kinderen krijgen gekke foto’s te zien. Een baasje die wel heel veel op zijn hond lijkt bijvoorbeeld. Daar moeten de kinderen altijd erg om lachen. Dan zeg ik: ‘Kom, we gaan bedenken hoe we daarover een verhaal kunnen schrijven.’


Er is nooit een presentatie hetzelfde. Op mijn computer heb ik altijd twintig dingen staan die we kunnen doen. Een quiz, een spel, voorlezen, vragen stellen. De kinderen mogen dan zelf kiezen wat ze willen doen. Dat vind ik erg leuk. Ik sta vaak te stuiteren voor de klas!


Het schrijven begon ook op school, toch?
Ja, toen ik meester van groep zeven was. Ik vertelde vaak zelfbedachte verhalen. De kinderen zeiden: ‘Meester, u moet een boek maken!’ Nou, dat heb ik geprobeerd. Het schrijven duurde ongeveer anderhalf jaar. In 2001 kwam mijn eerste boek Razende Rudolf uit, een boek met veel geschiedenis erin.


Nu schrijft u aan een serie over Tijs en Jasmijn en hun opa. Hoe kwam u op dat idee?
Dat weet ik eigenlijk niet meer. Ik had eerst een paar losse boeken geschreven voor de bovenbouw, zoals Hoogspanning en Kanjers. Nu wilde ik iets schrijven voor jongere kinderen, liefst iets met veel humor. Ik merkte in andere boeken dat ik grappige stukken het leukst vond om te schrijven. In plaats van met de redacteur van uitgeverij Den Hertog te overleggen over een nieuw boek, schreef ik het eerst helemaal af. Daarna stuurde ik het als verrassing op. Gelukkig vonden ze het een goed idee en nu zijn er al zeven delen.


Verzint u alle verhalen zelf of zijn ze echt gebeurd?
Dat mix ik met elkaar. Op een dag hoorde ik dat de dochter van een collega was gaan liften. Daardoor ontmoette ze een leuke jongen, waar ze mee ging trouwen. In plaats van een trouwauto te huren, gingen ze weer liften! Zo’n verhaal bedenk je toch niet? Het was erg grappig en paste precies in de serie Tijs en Jasmijn. Later, toen dat stel een heel oud huis kocht, schreef ik daar ook een boekje over.


Vinden die mensen het wel leuk dat u over ze schrijft?
Haha, ja, gelukkig wel. Ik heb natuurlijk eerst gevraagd of ze dat goed vonden. In het boek hebben ze andere namen en wonen ze ergens anders. Ook laat ik ze het verhaal lezen voor ik het opstuur. Soms zit ik gewoon hardop te lachen achter mijn laptop bij het schrijven om wat opa nou weer voor iets geks doet.


Uw boeken zijn niet alleen grappig, maar ook serieus.
Naast veel grapjes zet ik er bewust serieuze dingen in. Er gebeurt bij iedereen weleens iets naars of moeilijks. Dat hebben wij in ons gezin ook ervaren. Ik vind het belangrijk dat kinderen in een veilige omgeving, met lieve mensen om hen heen, leren dat die twee kanten er zijn.  Maar je staat nooit alleen, hoor.


Wat geeft u dan mee?
Dat er onvoorwaardelijke liefde bestaat tussen kinderen en ouders en grootouders, bijvoorbeeld in Tijs en Jasmijn. Daarin wil ik iets laten zien van Gods liefde voor mensen. Poeh, onvoorwaardelijk, wat een moeilijk woord eigenlijk.


U heeft de EigenWijsPrijs gewonnen in 2010. Hoe gaat dat en hoe vond u dat?
Allereerst: het was geweldig, te gek. Ik was al vaker gebeld, omdat een van mijn boeken genomineerd was voor die prijs. Dat is natuurlijk heel leuk om te horen. Toen werd ik in 2010 gebeld dat ik had gewonnen met De rijkste opa van de wereld. Dat had ik echt niet verwacht. Ik wist wel dat de kinderen die boekjes leuk vonden, maar zó leuk?!


Mijn vrouw was boven bezig, dus ik gaf onderaan de trap een grote indianenbrul. En ik deed zomaar de handstand middenin de kamer. Echt iets voor mij, haha. Ik kreeg daarna ook veel reacties via mijn website en via de e-mail.


Van het boek De slimste opa van de wereld is een luister-cd gemaakt.
Ja, heel bijzonder. Uitgeverij Den Hertog vroeg aan mij of ik dat zou willen. Nou, dat leek me wel wat, dus ik zei meteen ja. ‘Mag ik dat dan wel zelf inspreken?’ vroeg ik. En gelukkig mocht het. Ik dook de radiostudio in. Een heel avontuur, want ik mocht niet ritselen met blaadjes en niet sniffen. Spannend, dat is weer eens iets anders dan het schrijven van een boek.

Boeken

Boeken staan alfabetisch gesorteerd op auteursnaam.

Nieuwsbrief



    CAPTCHA code: