Verzamelde aren 2019

7 j a n u a r i Doch de H eere was met Jozef... Genesis 39:21a I s wat in de tekstwoorden geschreven staat niet het aller- voornaamste? Al verlaten onze vrienden ons, al moeten wij een moeitevolle, onbegrepen weg bewandelen, al lijkt alles ons tegen te zijn, dit weet ik vast: God zal mij nooit begeven. Deze lange en bange weg die Jozef moet gaan naar het vlees is niet aangenaam. Als het dan maar de weg Gods is, als Hij Zijn gunstrijk aangezicht dan maar laat lichten over ons. We weten niet of Jozef dit elke dag gevoeld heeft. Ongetwijfeld zal hij zijn nood en vragen voor het aangezicht des Heeren heb- ben uitgestort. Jakob zal dit in zijn tent gedaan hebben in de diepe smart die over hem gekomen was. Jozef deed het in de gevangenis waarin hij terechtgekomen was door de lastertaal vande huisvrouwvanPotifar. Hij was onschuldig en zat toch in de gevangenis. Hij was niet bezweken voor de verzoeking van de zonde en had toch het loon van eenmisdadiger ontvangen. Wat heeft de duivel een macht en een menigte van dienaren. Ook hier komt de gestalte vandemeerdere Jozef duidelijk naar voren. Jozef is immers een type van HemDie in de volheid des tijdseenontzaglijkzware last,namelijkdezondenenschuldvan Zijn ganse Kerk, op de schouders kreeg. Hij droeg de smaad- heid, Hij ontving de hitte van de toorn Gods over de zonden. Hij werd ter dood veroordeeld en werd met de misdadigers gerekend. Hij heeft al Zijn heerlijkheid afgelegd om het kleed der gerechtigheid voor al de Zijnen te verwerven, zodat de schande van hun naaktheid bedekt zou worden. Hij heeft de helse gevangenis betreden en inde donkere grafkuil gewoond, opdat Zijn volk het hemelse heiligdom zou mogen betreden. O, hoe zienwe inGodsWoord dat de Kerk Gods smartelijk kan vallen, zoals het David of Salomo gebeurde. Maar we zien ook dat zij wonderlijk staande gehouden kan worden in de kracht Gods. DeHeerewasmet Jozef enHij ismet allendie ZijnNaam ootmoedig vrezen. Lezen: Psalm 56 Zingen: Psalm 56:2

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==