Geef mij je hand

17 wetend waar we precies heen moeten, maar toch in vertrouwen dat de Heere meegaat! En onverwachts, na drie kwartier rijden door de heuvels op een redelijk goed begaanbare weg, komt er een verrassende ontmoeting. Langs de kant van de weg staat een klein eettentje. Buiten, tegen de zijkant, staan vijf grote blauwe waterbidons. We stoppen, vragen naar de eigenaar en leggen onze situatie uit. De man kijkt ons aan en zegt: ‘Hoeveel waterbidons hebben jullie nodig?’ Even is het stil, maar algauw klinkt het antwoord: ‘Zoveel als we in onze bus mee kunnen krijgen.’ Hij antwoordt bijna direct: ‘Ik ga jullie aan water helpen!’ Een uur later rijden we met een volle bus terug naar Porto- viejo, naar El Floron. De leden van de zendingsgemeente zijn op de hoogte gebracht. We delen de waterbidons met vreugde uit. En steeds klinkt de vraag: ‘Hoe komen jullie hieraan? Hoe komen jullie hieraan?’ En steeds is ons antwoord: ‘Hier heeft de God van de Bijbel voor gezorgd!’ Ondertussen zingt het in mijn hart: Opent uwe mond, eist van Mij vrijmoedig, op Mijn trouwverbond; Al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij ’t smeekt, mild en overvloedig. In de dagen en weken die daarop volgen wordt deze hulp verder

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==