Jona

20 de wetgever. We zijn uit kracht van schepping geroepen om naar Gods Woord en geboden te leven. Zonde is ongehoor- zaamheid tegen de geboden van de Heere. Het is opstand tegen de alwetende en almachtige God. Maar God ziet en weet alle dingen. De boosheid van ons hart klimt op voor Zijn aangezicht. Wat is het een schokkende gedachte dat alle zonde door God wordt gezien en geoordeeld. De boot met vluchtelingen die omslaat, waardoor allen verdrinken, wordt door God gezien. Het kind in Afrika dat van honger omkomt, is een schepsel naar Gods beeld geschapen. Het stiekem achter je computer dingen doen die God verboden heeft stelt je schuldig. Het sturen van een appje om een klasgenoot te pesten, is zonde tegen het zesde gebod. Alles wordt door God gezien. En we lezen in de Bijbel: weet dat je voor al deze dingen zult komen in het gericht. Ten slotte nog de oproep tot bekering. Gods Woord laat die oproep duidelijk en indringend klinken. De Heere heeft geen lust in de dood der goddelozen. Jona weet heel goed dat God een gaarne vergevend God is. Vandaar dat we in vers drie lezen dat hij vlucht voor God. Ook vandaag moet de oproep tot bekering gebracht worden. De boodschap van het Evan- gelie moet worden gebracht met bevel van bekering en ge- loof. God beveelt ons om ons te bekeren en Hij beveelt ons om te geloven dat Christus de enige en gewillige Zaligmaker is. Het is de Heilige Geest Die zondaren brengt tot bekering en geloof. Dat doet echter niet af aan de eis. De prediking is het middel dat de Heilige Geest wil gebruiken om zondaren stil te zetten. Op de pinksterdag preekte Petrus bekering en er werden op die dag drieduizend mensen bekeerd. Die God leeft nog.