Neem en lees

23 B O E K 1 eten kreeg. En wat doen de ouders? Het met een vriendelijk gezicht aanvaarden. ‘Ach, het gaat wel over als hij ouder is’, zeggen ze dan. Maar een baby is zo mooi, zo lief. Prachtig zelfs. Loof God daarom, zing psalmen tot Zijn eer. Hij, Die dingen maakt die anderen niet kunnen maken. Die met Zijn wet alles ordent en alles zijn vorm geeft. Werkelijk prachtig is het, ook een baby. En toch ... als het waar is dat ik in ongerechtigheid ben ontvangen en mijn moeder mij in zonden gevoed heeft in haar schoot, zie Psalm 51:7, als dát waar is, o, dan bid ik: ‘Waar, Heere, waar of wanneer ben ik dan vrij van schuld geweest?’ Hoe hebt u leren praten? De bewegingen van het lichaam zijn als het ware de natuurlijke taal van iedereen. Als kind lette ik op het gedrag van volwassenen. Niet alleen op de lichamelijke bewegingen, maar ook de gezichtsuitdrukkingen zeiden me veel. Hetzelfde gold voor de toon van de stem, die duidelijk maakte of iemand iets goed- of afkeurde. Langzaamaan begon ik dezelfde woorden te spreken en kon me zo meer en meer in het drukke mensenleven storten. En toen moest u naar school. Hoe ging dat? Daar waren mensen die er alles aan deden om kinderen zo veel mogelijk te laten leren. Dát was het doel van het leven: mooi en goed kunnen spreken in het openbaar! En waarom? Om eer te krijgen van mensen. Maar ja, ik zag het nut niet van leren lezen en schrijven. En als ik lui was, kreeg ik slaag. Van kinderen van God leerde ik bidden. Weet je waar ik om smeekte? Of ik geen pak slaag hoefde te krijgen op school. Maar als God niet verhoorde – wat overigens niet slecht voor me was – lachten mensen me uit. Zelfs mijn ouders, hoewel ze het goede met me voor hadden. Dat uw ouders u uitlachten, dat moet erg geweest zijn! Dat was vreselijk. Ik was een jongen die nog maar net op school zat. En dan uitgelachen te worden door je ouders, omdat je weer eens slaag had gekregen. Een erger martelwerktuig was er in mijn ogen niet. Toch moet ik je zeggen dat het wel mijn eigen schuld was. Want zorgden al die klappen ervoor dat ik harder werkte? Nee dus, hoewel ik een prima verstand van God gekregen had. Ik speelde liever met een bal. Dus kreeg ik veel straf van volwassenen, terwijl die net zo goed speelden. Maar zij kregen er geen straf voor. Dat waren ‘zaken’, begrijp je? En dus moest ik maar hard studeren, zodat ik later ook kon spelen onder de schijn van ‘zaken’ doen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==