Biddend belijden

- 18 - b i d d e n d b e l i j d e n ling gesproken. In 1 Petrus 1 vers 2 bijvoorbeeld. Daar schrijft de apostel over de ‘besprenging des bloeds van Jezus Christus.’ Het gewone water, waarmee de dopeling drie keer wordt besprenkeld, heeft een grote betekenis. Zoals water nodig is om het vuil af te wassen, zo wijst het wa- ter van de Doop allereerst op de onreinheid van onze zielen. Al aan het begin van het doopformulier lezen we hoe ernstig het met ons gesteld is: ‘...dat wij met onze kinderen in zonden ontvangen en geboren en daarom kinderen des toorns zijn, zodat wij in het Rijk Gods niet kunnen komen, tenzij wij van nieuws geboren worden.’ Het is aan de buitenkant van een pasgeborene niet te zien, maar het doopwater maakt het ons duidelijk: ge- heel onrein! Daarommoeten we een mishagen aan ons- zelf hebben vanwege onze zonden. Wemoeten ons voor God verootmoedigen, buigen voor Hem. En tenslotte worden we vermaand onze reinigmaking en zaligheid buiten onszelf te zoeken. In de tweede plaats wijst het water van de Doop op de afwassing der zonden door Jezus Christus. De Heilige Doop is daar een teken en zegel van. Een teken maakt iets duidelijk. Het beeldt iets af, zodat je het beter be- grijpt. Wat de Heere in de Doop belooft, wordt zichtbaar gemaakt. Het sacrament van de Doop is ook een zegel. Vroeger drukten keizers en koningen hun zegel in hun brieven als bewijs van echtheid en betrouwbaarheid. In de Doop drukt God het zegel van Zijn betrouwbaarheid in Zijn beloften. Gods beloften zijn waarachtig. De Heere zweert als het ware een eed in de Doop. Het

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==