De plichten der ouders

25 van het Evangelie! Maar het past ons, de Heere vrij te laten in Zijn doen 8 , dat Hij ons lot uitkiest en ons op de plaats stelt waar het Hem belieft. Zoals Hij met ons handelt, zo is het ’t beste; wij zijnmaar kinde- ren en weten niet wat voor ons het meest nuttig is. Onze Vader weet wat wij nodig 9 hebben. O, een hart te hebben dat gebogen is onder Zijn bestuur en dat het daar mee eens is en dat God in alles dankt, is een kostelijke zaak! Toch kan en mag ik het niet anders zien dan als een verdrukking en een zwaar kruis, zowel voor u als voor mij, dat de geweldhebbers dezer wereld ons gescheiden hebben, die Christus, de enige Heere en koning in Zijn gemeente, verenigd had. Maar dit is ons tot bemoediging dat ons kruis Christus’ kruis is, en dat Hij machtig is, om het ongelijk dat Hem en de Zijnen is aangedaan af te weren en te wreken, ja dat Hij gewillig is dit te doen als Zijn daarvoor bestemde tijd gekomen zal zijn. Laat ons in het gebed volharden. Hij Die te komen staat, zal komen, ja, zal te Zijner tijd snellijk komen en niet vertoeven. Want de kroon moet bloeien op Zijn hoofd, op Hem Die de Vader gezalfd heeft over Zijn heilige berg en Die Hij alle macht en al het gericht overgegeven heeft. Dit is de tijd der beproeving en der lijdzaam- heid; welgelukzalig zijn zij, die Hem verwachten en vertrouwen. Ik had u veel te zeggen om u op te beuren, maar ik moet het uitstellen tot een betere gelegenheid zich voordoet. Ik verzoek u om tot uw eigen versterking 10 meermalen te lezen en herlezen wat ik in mijn grote 11 brief aan u geschreven heb, die u in het ‘Historisch verhaal omtrent de proce- dures’ tegen mij gehouden, kunt vinden op pagina 560 en verder. Het zou nuttig voor u zijn, dit hele ‘Verhaal’ meermalen door te bladeren, niet alleen om gesterkt te worden in hetgeen ik u geleerd heb omtrent de formulieren-dienst en het houden van de feestdagen, maar ook om daardoor tot dezelfde ernst en ijver in het bidden en andere zaken 12 te worden opgewekt, welke toen tijdens die procedure 13 tegen mij en u werd opgemerkt. Richt weder op de slappe handen en de trage knieën, en haast u in uw werk. Verzuim de openbare godsdienstoefening niet. Maar wanneer u gebreken in uw voorgangers 14 opmerkt, doe dan zoals 8 . den Heere de Vryheidt te geven - 9 . van doen - 10 . verwakkering - 11 . breede - 12 . andersins - 13 . handeling - 14 . Opzienders

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==