Volgen

8 februari 2018 | Dirk-Jan Nijsink

Als je een keer in een oude rooms-katholieke kathedraal bent geweest, herken je vast wel de beelden van de apostelen. Statige mannen, ongenaakbare heiligen. Wij hebben die beelden niet, maar toch kijken we tegen de apostelen op.
 
Als je je realiseert dat de discipelen twaalf jonge mannen waren, krijg je een heel ander beeld van hen. Ze waren jonger dan wij vaak denken, en allemaal van heel gewone afkomst. Het heeft mij geraakt hoe gewoon deze jongeren waren. Niets bijzonders. Juist hén kiest Jezus uit! God verheerlijkt Zijn genade in hen en daarin zijn zij voorbeelden voor jongeren van nu. Daarom is het leven van de discipelen zo boeiend. Daarom schreef ik dit boek.
 
Het boekje gaat over de twaalf discipelen van de Heere Jezus. Dat had ook de titel kunnen zijn. Toch gaat het eigenlijk over iets anders. Zonder de Heere Jezus zijn deze jongens niets. De Meester gaat voor en zij volgen in Zijn spoor. Het gaat om het onderwijs dat zij van Hem kregen, de manier waarop Hij hen voorbereidde om als getuigen van Hem uit te gaan.
 
Vorig jaar heb ik in Daniël een heel jaar geschreven over de discipelen van de Heere Jezus. Ik moest me steeds beperken. Dat was jammer, want ik vond nog zoveel meer wat ik graag met jongeren zou willen delen over de discipelen. Toen ontstond het idee om een boekje voor jongeren te maken. Het is een boekje met vragen, zodat het ook heel geschikt is voor de JV of een studiekring.
 
Met heel veel plezier en vreugde heb ik de afgelopen tijd gewerkt aan dit boek. Het is echt geweldig mooi om te ontdekken hoe de Heere Jezus omging met Zijn discipelen. Ze waren zó verschillend, maar ook zó menselijk. Het waren twaalf gewone jonge mannen. Ze werden door de Heere geroepen om Hem te volgen. Hij won hun harten in en vormde hen, om na Zijn hemelvaart als getuigen van Hem het Evangelie te brengen. Daarin waren zij uniek. Toch neemt dat niet weg dat zij op veel momenten heel dicht bij ons staan. Maar het allerbelangrijkste is dat wat de Heere in hun leven doet. Hij riep hen en leidde hen. Hij had hen hartelijk lief. Hij bad voor hen. Toen Hij hen riep, bleef Hij een hele nacht in gebed. In de nacht voor Zijn lijden en sterven bad Hij indringend als Hogepriester voor hen tot Zijn hemelse Vader. Uiteindelijk ging Hij alleen, voor hen, de weg naar het kruis. Na die donkere nacht volgde Zijn opstanding en Hij zocht Zijn jongeren op. Toen opende Hij voor hen de Schriften en grondde Hij hun geloof op Gods Woord. Zo werden zij Bijbelchristenen die als levende getuigen van Jezus de wereld ingingen, geleid door de Heilige Geest. Zo kwam uiteindelijk de boodschap van het Evangelie ook bij ons.
 
De Meester, de Heere Jezus, is niet veranderd. Zoals Hij liefdevol en wijs deze jongeren leerde, zo doet Hij dat nog steeds. Ik ontdekte ook dat thema’s die voor jongeren nu spelen, ook in het leven van de discipelen voorkomen. Denk maar aan vriendschap, alleen komen te staan als christen, emoties, geloof, ongeloof. Ik heb zelf heel veel geleerd van de studie in de Bijbel. Het heeft me op momenten gebracht aan de voeten van de Meester. De discipelen hebben anderen verteld over hun ervaring toen ze Jezus leerden kennen. Ze konden het niet voor zich houden. In de omgang met de discipelen zie je iets van Wie de Heere Jezus is. Ik hoop dat Hij door het geloof een onschatbare waarde krijgt voor jongeren, zodat zij ook in het spoor van de Meester mogen gaan.