9789033129827

10 Trrrrrring! Juichend springt iedereen overeind, zonder nog naar één woord van juf Tineke te luisteren. Tim trekt Emilia mee de gang op. Ze kan nog net haar spijkerjasje van de kapstok grissen voor ze naar buiten tuimelen. ‘Ik ga er meteen vandoor,’ zegt Tim, terwijl hij zijn fiets uit het rek trekt. ‘Vergeet je me niet te appen in de vakantie? En ik zie je sowieso op de camping.’ Emilia knikt. Ze ziet haar eigen spiegelbeeld inTims blauwe ogen. Tim aarzelt en raakt dan even haar arm aan. Een glimlach speelt om zijn mond. ‘Tot snel.’ In Emilia’s hoofd raken de woorden ineens in de knoop. Voor ze iets terug kan zeggen, racet Tim er al vandoor. De plek waar hij haar arm aanraakte, tintelt helemaal. Ze schudt hard haar hoofd. Wat bezielt haar nu weer? Het is Tim maar, hoor, zegt ze tegen zichzelf. Maar toch is Tim een beetje specialer dan haar andere klasgenootjes. Toen ze bij papa ging wonen en ze ook naar een nieuwe school moest, was Tim haar eerste nieuwe vriend in de klas. Op het plein krioelt het van de kinderen die ‘fijne vakantie’ naar elkaar schreeuwen. Emilia zwaait naar Jessie en naar juf Tineke, die bij het hek staan. Ze trapt stevig door en binnen een paar minuten is het lawaai van het schoolplein vervangen voor het geronk van auto’s en het getoeter van een vrachtwagen. Ze ademt diep in, maar meteen heeft ze er spijt van. De uit- laatgassen van het bestelbusje voor haar zijn nu niet bepaald lekker fris. Bij het portiek van de flat zet ze haar fiets in de stalling en bindt haar kettingslot er stevig omheen. Met de lift zoeft ze naar de zesde verdieping. Als ze uitstapt, komen aller-