» Homepage
Hans
Mijnders
Ridderkerk
1958
Rhoon
Ja
3
Mijnders, Hans

‘Ik zou ongelukkig zijn als ik niet kon schrijven’


Hans Mijnders heeft het druk. Onlangs verscheen zijn zevenentwintigste boek en daarnaast is hij directeur van een basisschool. Maar hij heeft wel tijd om te praten over het leukste wat er is: schrijven. Daar won hij maar liefst vijf keer de EigenWijsPrijs  mee.


Tekst: Leanne Monster


Uw eerste boek was Schuld. Hoe bent u begonnen met schrijven?
Voor het Reformatorisch Dagblad beoordeelde ik kinder- en jeugdboeken. Daarbij had ik altijd wel iets op te merken. Bij Den Hertog vroegen ze of ik een lezing wilde houden voor schrijvers. Dan kon ik vertellen wat mijn idee is van een goed kinderboek. Ik was toen net begonnen met het schrijven van een verhaal. Gewoon voor mezelf, hoor. Er waren pas drie hoofdstukken klaar.


In 1998 vroeg Den Hertog of ik misschien op wilde schrijven wat ik van een paar boeken vond. Daarbij stuurden ze een brief waarin stond: ‘Zijn er op uw school soms leerkrachten die een boek willen schrijven?’ Die brief heb ik nog steeds, want dat was het begin van alles. Ik stuurde de drie hoofdstukken van mijn verhaal op en dat werd mijn eerste boek Schuld.


Wat is er nu zo leuk aan schrijven, dat u wel zevenentwintig boeken hebt geschreven?
Die vraag krijg ik vaak. Dan zeg ik altijd: ‘Heb je zelf een hobby? En waarom vind je het leuk om te doen?’ Het leuke van een hobby is dat het niet hoeft, maar wel mag. Op de basisschool waar ik werk, kom ik vaak dingen tegen waar ik over wil schrijven. Ik hoor kinderen praten, hoor en zie problemen in gezinnen. Er komen leuke gebeurtenissen voorbij, maar ook verdrietige.


Het is ook leuk als kinderen mijn boeken lezen en daarop reageren. Dat moedigt mij aan om door te gaan met schrijven. Ik vind het fijn om te merken dat kinderen nog zoveel lezen en niet de hele dag achter de computer hangen.


U schrijft vaak boeken die voor jongens én meisjes zijn. Is dat lastig om te schrijven?
Nou, ik zou schrijven voor alleen meisjes juist lastig vinden. Misschien komt dat doordat ik een man ben? Ik schrijf vaak over een groepje dat de hoofdrol speelt in het verhaal. Denk maar aan de serie Het Kompas of de serie Groep 8 van de Fontein. In zo’n groepje zet ik dan jongens en meisjes, want in het echte leven is dat vaak ook zo. Je hebt dan veel verschillende ‘karakters’ die je uit kunt werken. Meiden reageren vaak heel anders dan jongens. Jongens praten weer over heel andere dingen dan meisjes. Die tegenstelling is leuk om over te schrijven.


Kost schrijven veel tijd?
Alles bij elkaar wel. Het is niet alleen schrijven, maar ook informatie opzoeken, een verhaal en mensen bedenken. Vroeger schreef ik vaak ’s avonds, maar nu eigenlijk niet meer. Ik heb niet zo heel veel tijd over. En als je maar een halfuurtje overhoudt, kun je niet ‘even’ een  hoofdstuk schrijven. Ik gebruik die tijd wel om onderzoek te doen op internet. Soms werk ik aan een hoofdpersoon om te bedenken hoe die eruit ziet bijvoorbeeld.


Nu schrijf ik vooral op zaterdag en in de vakantie. Meestal zorg ik ervoor dat het concept, het idee voor het boek, klaar is als de vakantie begint. Dan hoef ik alleen nog maar te schrijven en hopelijk is het boek dan na de vakantie klaar om op te sturen naar de uitgever.


U heeft ook vijf keer de EigenWijsPrijs gewonnen. Hoe voelt dat?
Het is fantastisch als je van kinderen een prijs krijgt voor je boek. De foto’s van die prijzen en de omslagen van mijn boeken hangen allemaal boven het bureau waar ik aan schrijf. Het is voor mij een beloning van mijn werk. Ik zou best nog meer prijzen willen winnen, ja. Maar dat is voor mij niet het belangrijkste. Mijn doel is: schrijven voor kinderen.


Wat vinden uw kinderen ervan dat hun vader een bekende schrijver is?
Onze oudste dochter zat nog op de basisschool toen ik Schuld schreef. Het eerste boek is natuurlijk erg leuk, maar nu lezen alle kinderen nog steeds trouw mee als er een nieuwe uitkomt. Laat ik het zo zeggen: ze zijn gepast trots. Een andere vader heeft misschien postzegels verzamelen als hobby. Mijn hobby valt gewoon wat meer op dan postzegels, zeg ik dan. De kinderen zijn ook kritisch. Ze halen vaak dingen uit het verhaal die niet kloppen. Dat kan ik nog veranderen voor het naar de uitgever gaat. Heel handig dus!


Welke boeken leest u zelf graag?
Van alles. Ik heb geen voorkeur. Voor het Reformatorisch Dagblad lees ik veel jeugdboeken. Daarnaast pak ik ook graag literatuur, maar ook de landelijke top tien volg ik op de voet. Schrijvers die ik goed vind, zijn onder andere Robert Haasnoot en Paul Maier. Ik houd ervan om breed te lezen en veel af te wisselen in de boeken die ik lees. Literatuur lees je niet voor je gaat slapen, daar moet je de tijd voor nemen om over na te denken. In de vakantie bijvoorbeeld, als ik het niet te druk heb met schrijven.


Als u zou moeten kiezen: directeur van een basisschool of fulltime schrijver?
Nou, als het kon, zou ik het liefst altijd schrijven. Maar dat is financieel gezien onmogelijk. Ik kan niet leven van alleen schrijven. Ook zou ik de inspiratie missen. Er zijn dan geen leerlingen meer om me heen die ik hoor praten, geen inkijkjes in gezinnen. Stel dat ik fulltime schrijver zou worden en ik zou ’s ochtends wakker worden… Wat ga je dan doen? Een normaal schoolritme (met veel vakantie om te schrijven) is ook wel fijn. Daarom kies ik voor de combinatie school/schrijven.


Naast mijn gewone werk is het schrijven een hobby die veel tijd kost. Daar ben ik blij om. In de zomer gaan veel mensen lekker klussen aan hun huis of zoiets, maar dat is aan mij niet besteed! Dan is het fijn dat ik me niet verveel en als ik wil de hele dag kan schrijven. Ik ben altijd wel bezig met een boek. Het opzetten, het uitwerken, het schrijven, van alles. Ik zou heel ongelukkig zijn als ik niet kon schrijven.

Boeken

Boeken staan alfabetisch gesorteerd op auteursnaam.

Nieuwsbrief



    CAPTCHA code: